Werk mee aan een veilige melkveehouderij!

Een volledig ingevulde RIE (Risico-inventarisatie en -evaluatie) inclusief plan van aanpak helpt om veiliger te werken. Iets wat nog steeds heel hard nodig is én blijft tijdens de werkzaamheden op de boerderij. In Nederland vinden jaarlijks gemiddeld dertien dodelijke ongevallen plaats tijdens werkzaamheden op het agrarisch bedrijf. Helaas is dit het topje van de ijsberg, want er zijn ook veel ongevallen met (ernstig) letsel en situaties waarin het maar net goed ging. 

Om melkveehouders te stimuleren om met de RIE aan de slag te gaan, bieden BoerVeilig en Stigas ook dit jaar weer de sticker ‘Wij werken aan een veilige melkveehouderij!’ aan. Deze sticker kan geplakt worden op een mooie zichtbare plek in de stal of ontvangstruimte. Daarmee wordt voor iedereen duidelijk dat op het betreffende bedrijf bewust aan een veiliger erf wordt gewerkt.

Melkveehouders die al gestart zijn met de RIE van Stigas, hebben een herinnering ontvangen via Stigas over deze actie. Wie nog niet gestart is, kan zich aanmelden. Als de RIE volledig is ingevuld, wordt de sticker toegestuurd.

BoerVeilig wil bewustzijn creëren en actie ondernemen om ongevallen te voorkomen. Zo kunnen we de passie voor het agrarisch leven van generatie op generatie blijven doorgeven. Stigas is hét kenniscentrum voor veilig en gezond werken in de agrarische en groene sector en biedt ondersteuning bij het maken van de RIE.

Win!
Heb je de sticker ontvangen? Plak hem op een mooie zichtbare plek op het bedrijf, maak een foto en deel deze via info@najk.nl. Je maakt kans op een EHBO-koffer of Verkeersmaatje (Victor Veilig)!

BoerVeilig is een initiatief van NAJK, NMV, LTO, Stigas, NZO en (wordt gefinancierd door) ZuivelNL. Wil je meer weten over BoerVeilig? Kijk dan eens op www.boerveilig.com. Wil je meer weten over de RIE? Neem dan contact op met Stigas via info@stigas.nl, bel 085-0440700 of ga direct naar: derievanstigas.nl.

Studiereis Varkenshouderij – Dag 6

7 oktober 2022

Lief dagboek,

De laatste dag van deze geweldige reis, op naar huis! Na een gezellige avond in Malmö was het tijd om de spullen te pakken en via de bekende Sontbrug naar Kopenhagen te vertrekken. Hier hebben we het vliegtuig gepakt naar Amsterdam waar we vervolgens allemaal ons eigen weg naar huis vervolgden.

Wat was het een succesvolle reis naar Zweden! Het waren vijf boeiende dagen waar we ons onderdompelden in de Zweedse varkenshouderij. We zijn niet alleen rijker geworden in kennis, maar hebben er ook een aantal nieuwe vrienden bij.

Een groep jonge varkenshouders die zondag elkaar nog nauwelijks kenden, kwamen vrijdag terug als een hechte groep mensen met een gedeelde passie. Een passie waar het de hele reis over ging: varkens. Tijdens de busritten, het eten en zelfs in de kroeg ging het er vaak over. In deze uitdagende tijden en de komende veranderingen in de varkenshouderij waar iedereen heel anders tegenaan kijkt, was dit heel leerzaam voor iedereen. Want, wat is er fijner dan in deze roerige tijden met leeftijdsgenoten te kunnen sparren over de toekomst?

We kunnen wel zeggen dat Zweden een land is waar we als Nederlandse varkenshouders nog veel van kunnen leren. Waar men daar de afgelopen 15 jaar druk bezig is geweest met dierenwelzijn, is er voor ons nog een lange weg te gaan. Niet dat we nu verkeerd bezig zijn, maar dat er meer mogelijk is, staat als een paal boven water. Helaas gooit de realiteit van het huidige verdienvermogen in Nederland en de plaats in de keten nu wel zand in de motor, maar plannen maken we graag.

Wat een reis, wat een mooi land en wat een geweldige week!

Studiereis Varkenshouderij – Dag 5

6 oktober 2022

Lief dagboek,

Na het ontbijt in Helsingborg zijn we in de bus gestapt richting Klagstrop, waar we een bezoek brachten aan het bedrijf van Mattias Espert, één van de 800 varkenshouders in Zweden. Op de locatie die wij bezochten stond een bedrijf van 1500 zeugen. Daarnaast heeft hij op een uur rijden van dit bedrijf nog een andere locatie waar hij ook 1500 zeugen houdt. In 2019 heeft hij zijn bedrijf gebouwd, waarna in de herfst van 2020 salmonella uitbrak. In Zweden is er een zerotolerancebeleid voor salmonella, waardoor hij zijn bedrijf volledig moest ruimen. Momenteel loopt er dus een erg jonge zeugenstapel. Zijn gelten koopt hij aan als ze 14 weken oud zijn.

Mattias is de vierde generatie die op het bedrijf werkzaam is, maar hij is wel de eerste generatie die varkens houdt. Eerder was het een akkerbouwbedrijf met 50 hectare. Daarna heeft hij er 350 hectare bij gekocht. Dit land verhuurt hij aan derden en al zijn droogvoer koopt hij in. In de kraamstal heeft Matthias vrijloop kraamhokken, hij werkt met een tweewekensysteem en 11 groepen, met in elke groep 120 zeugen. In de dekstal ligt stro in het midden. Doordat Mattias zelf naar Denemarken moest voor een overleg vanuit zijn functie als voorzitter van de organisatie van de varkenshouders in Zweden konden we helaas niet langer blijven. Maar goed te horen dat hij zich inzet voor de belangenbehartiging van de varkenshouders in Zweden.

Na het bezoek zijn wij doorgereden naar een plekje aan de zee om even gezamenlijk koffie te drinken en uit te waaien aan de Oostzee. Vervolgens reden we door naar Malmo, waar we op bezoek gingen bij IKEA Food.

Eenmaal aangekomen werden we enthousiast ontvangen door Priya, Peter en Karin. Zij hebben vertelt over de visie van IKEA, die zich inzet om voor veel mensen een beter leven te creëren. Ze willen zich inzetten voor een beter dierenwelzijn, milleu en publieke gezondheid voor het vlees wat zij gebruiken en proberen contact te houden met de volledige keten, waar de boeren uiteraard ook een belangrijk onderdeel van zijn.

In de stad Malmo hebben we voor de laatste keer gezellig met elkaar gedineerd. We blikten samen terug gekeken op de reis door iedereen zijn belangrijkste leerpunten te laten noemen. Kort samengevat vond iedereen het heel gezellig, hebben we veel van elkaar geleerd en veel gezien. Het is niet allemaal direct toepasbaar in onze eigen praktijk op de korte termijn, maar het heeft wel een goed beeld gegeven en een mooie kijk richting de toekomst!

Na het diner hebben we met de hele groep de studiereis afgesloten in de stad van Malmo.

Kijk het webinar van NAJK en Limagrain over veldbonen nu terug!

Dinsdagavond 4 oktober organiseerden NAJK en Limagrain een succesvol webinar over veldbonen. Zo’n 35 geïnteresseerde jonge boeren sloten aan om meer kennis te vergaren over de veldbonenteelt, de afzetmogelijkheden en de toepassing in veevoer. Benieuwd of deze vorm van eiwit telen ook iets voor jou is of waarom deelname aan de EiwitChallenge ook voor jou interessant kan zijn? Vergeet dan zeker het webinar niet terug te kijken!

Dagelijks bestuurder Leendert Jan Onnes trapte het webinar af met een korte introductie over zichzelf, het programma en zijn eigen ervaringen rondom de veldbonenteelt. Leendert Jan is akkerbouwer in het Groningse Finsterwolde en gaat dit jaar voor het tweede jaar op rij aan de slag met de veldbonenteelt. Waar liep hij het eerste jaar tegenaan, waar moet je op letten en wat maakt dat hij toekomst ziet in dit gewas? Jan Roothaert en Martijn van Overveld vertelden vanuit Limagrain inhoudelijk meer over dit eiwitrijke gewas.

Relevante teelt
De teelt van eiwitrijke gewassen in eigen land is relevanter dan ooit. Het nieuwe GLB komt eraan, waarin de teelt van stikstofbindende gewassen wordt gestimuleerd. Naast het feit dat de teelt van veldbonen erg aantrekkelijk is voor het behalen van ‘goud’ binnen de ecoregelingen, biedt het ook veel voordelen binnen de gewasrotatie. Door het areaal zomer- en winterveldbonen op te schalen, maken we in Nederland concreet stappen naar zelfvoorziening in de productie van plantaardig eiwit.

EiwitChallenge: ga jij de uitdaging aan?
Benieuwd geworden naar de veldbonenteelt? Doe als NAJK-lid mee aan de EiwitChallenge van NAJK en Limagrain en ervaar het zelf! Deelname aan deze Challenge brengt de nodige voordelen met zich mee. Zo financieren NAJK en Limagrain per deelnemer 0,5 ha gratis Tundra winter- of Viper zomerveldboon, doe je een jaar lang door middel van masterclasses en een speciale appgroep kennis op en wordt je perceel regelmatig bezocht door een adviseur. Je wordt actief begeleid in het proces en maakt daarnaast nog eens kans op mooie prijzen. Want, wie wordt de allereerste winnaar van de EiwitChallenge 2023? Inschrijven voor de winterveldbonen is nog mogelijk tot en met 16 oktober 2022! Inschrijving voor de zomerveldbonen verloopt via hetzelfde formulier.

Het webinar over veldbonen helaas gemist? Je kijkt hem hier terug!

Studiereis Varkenshouderij – Dag 4

5 oktober 2022

 

Lief dagboek,

Na het ontbijt hadden we een tweetal presentaties in het hotel. Bij de zaal die voor ons gereserveerd was, stond ook een ijsautomaat. Ondanks de goedgevulde magen van het ontbijt bleek maar weer dat er altijd nog ruimte is voor een ’toetje’, ongeacht het tijdstip. Een aantal van ons konden het niet laten om ijsautomaat uit te proberen, maar dit bleek nog niet zo eenvoudig (zie eerste foto in onderstaande fotogalerij). Ze bleven er koel onder en hebben de ijsmachine gelukkig kunnen stoppen. Niet veel later zat iedereen netjes in de conferentiezaal om aandachtig te luisteren naar de verschillende presentaties.

De eerste presentatie werd gegeven door een biologische varkensboer, genaamd Bengt Edgard. Hij vertelde ons een aantal dingen over zijn bedrijf en gaf ons een digitale rondleiding. Bengt heeft 400 hectare grond waar hij graan, bonen, gras en klaver verbouwd. Deze gewassen gebruikt hij om zelf voer te produceren voor zijn varkens. Zijn bedrijf ligt tussen Oslo en Stockholm in en hij levert jaarlijks 3000 tot 6000 vleesvarkens. In 2001 heeft hij ervoor gekozen om over te stappen naar het biologisch produceren van zijn gewassen, omdat daar toen veel vraag naar was. Gelukkig is dit nog steeds het geval in het gebied waar zijn bedrijf staat. In 2008 heeft hij een nieuwe stal gebouwd voor zijn vleesvarkens en vanaf dat moment is zijn hele bedrijf biologisch. Bengt gelooft in de biologische manier van boeren, omdat zijn varkens nooit staartbijten. Hij zegt dat dit komt omdat ze meer ruimte hebben en heel actief zijn. De varkens groeien op deze manier wel langzamer, maar dat neemt hij voor lief.

De tweede presentatie ging over omgevingsverrijking. Deze werd gegeven door Heleen van de Weerd, Animal Welfare Specialist. In haar presentatie gaf zij uitleg over wat omgevingsverrijking is en wat de eisen hiervan zijn. Omgevingsverrijking is een krachtige manier om het welzijn van varkens te verbeteren. Bij ontwerpen van verrijking moeten de volgende kernprincipes in acht genomen worden: eetbaar, kauwbaar, wroetbaar en afbreekbaar.

Om 12:00 uur stapten we weer in de bus om af te reizen naar Helsingborg. Eenmaal ingecheckt in het hotel zijn we een rondje gaan lopen om de stad te ontdekken en aan het eind van de middag werd het eerste biertje genuttigd in de kroeg. Om 17:00 uur begon het diner met jonge boeren uit Zweden, niet allemaal varkensboeren, maar ook akkerbouwers en melkveehouders. In de vorm van ‘speeddaten’ switchten de boeren van tafel zodat iedereen alle boeren heeft kunnen spreken.

Aansluitend aan het diner hadden we een digitale discussieavond met Jan Vugts. Hij is sinds 2001 in dienst als senior adviseur bij HKScan, een beursgenoteerd bedrijf welke pluim-, rundvee en varkens slacht en verwerkt in Finland, Zweden, Denemarken en Estland. Jan is met name actief in Estland en in Finland, waar hij woont. In het verleden heeft Jan ook Zweedse varkenshouders geadviseerd. Voordat hij naar Finland vertrok, heeft hij in de Nederlandse varkenshouderij gewerkt (primaire productie en verkoop). Hij verteld dat de Finse varkenshouderij wordt gesubsidieerd. Welzijn komt daar niet vanuit de markt, maar vanuit de overheid. Volgens Jan is darmgezondheid het grootste succes tegen staartbijten. Dus het voorkomen van speendiarree is belangrijk. Daarnaast heeft hij de volgende tips om staartbijten te voorkomen:

  • Geen volledige roostervloer in de biggenopfok;
  • Speen de biggen niet onder de vier weken;
  • Schakel van ‘low cost’ naar ‘low risk’;
  • Zorg ervoor dat de voerbak nooit leeg komt te staan.

Na deze discussieavond is de dag goed afgesloten in de kroeg in Helsingborg, proost!

Studiereis Varkenshouderij – Dag 3

4 oktober 2022

 

Lief dagboek,

Na een goed en uitgebreid ontbijt hebben we het onszelf weer comfortabel gemaakt in de bus richting Kvänum. Hier stond een bedrijfsbezoek op de planning bij Hallagård Lantbruk. Eenmaal aangekomen op de plaats van bestemming, werden we hartelijk ontvangen door Anders Gunnarsson, de eigenaar van het bedrijf met 6000 vleesvarkens. Naast de varkenshouderij heeft hij ook 530 hectare akkerbouw dat volledig wordt gebruikt. Anders’ drijfveer is de volgende generatie: hij wil voor zijn kinderen een toekomstbestendig bedrijf creëren. Om dit te bewerkstelligen is zijn intentie om het bedrijf volledig op fotosynthese te laten draaien. Hij verbouwd zijn eigen gewassen en gebruikt deze voor het voer van de varkens. De restproducten van de oogst worden gebruikt in de biogasinstallatie.

Met de biogasinstallatie wordt stroom opgewekt, deels voor eigen gebruik en deels om terug te leveren aan het net. Ook de warmte die vrijkomt bij de productie, wordt weer hergebruikt. Hij verwarmt er stalvloeren mee en gebruikt het om de lucht te verwarmen bij het drogen van de granen. Het graan wordt opgeslagen in graansilo’s met een totale capaciteit van 4000 ton, om deze vervolgens te gebruiken in het brijvoer. De varkens worden verkocht onder een eigen concept waarin hij wekelijks 250 varkens afzet bij verschillende supermarktketens. Koop je vlees van één van deze varkens, heb je dus een volledig kringloopvarken in handen. Sommige varkens zitten in wat oudere stallen, die nog niet geschikt zijn voor het vernieuwde concept. Deze varkens worden regulier afgezet. Er is gekozen voor deze kringloopgedachte, omdat hij meer waarde uit zijn varkens wil halen en een open en eerlijk verhaal wil vertellen aan de consument.

Na de middag zijn we vertrokken naar Göteborg om een mooie rondvaart te maken, zeehonden te spotten en een rondleiding te krijgen op Vinga: een klein eiland voor de kust van Göteborg. Op dit eiland staat onder andere de oudste vuurtoren van Zweden.

‘Na een pittige dag met veel denken, hebben we ’s avonds onszelf weer bij (en vol) kunnen tanken.’

Column | Als jonge boeren hebben wij perspectief nodig

Ministers komen en gaan, maar blijven jonge boeren en tuinders nog wel bestaan? Het kabinet heeft ons nodig om zijn grote politieke natuur- en milieuopgaves te behalen. We zijn eigenaar van bijna twee derde van de oppervlakte van ons land. Als wij niet meewerken, staat het land voor langslepende onteigeningsprocedures. Toch heeft het kabinet zijn relatie met de agrarische sector verziekt en dacht het medewerking te kunnen afdwingen. Dat mislukte, onder meer door de ongenuanceerde kleurplaat van minister Van der Wal. Die legde een onduidelijke boodschap op het bord van de provincies en liet boeren en tuinders zich afvragen of boeren in Nederland nog wel welkom zijn. Het orakel Remkes werd erbij geroepen. Hij kan alleen maar concluderen dat het kabinet druk is met natuurbeleid, maar vergat te bedenken hoe het de sectoren die het afbreekt, in de nieuwe ecologische situatie weer economisch perspectief wil bieden.

Een overheid kan geen commercieel-economisch perspectief maken. Dat moet ontstaan tussen verschillende actoren. Ik zeg het altijd zo: de overheid bepaalt wat ik mag, de bank wat ik kan, de markt wat ik verdien en kijkend naar die drie kies ik hoe ik met mijn bedrijf omga. Perspectief is dan ook een dynamisch proces tussen die verschillende pijlers. Dat proces heb ik nodig als jonge boer of tuinder om er over 15 jaar nog te zijn. De vraag is niet wat het perspectief is, maar met welk proces we het laten ontstaan.

Met dit beleid, gooien zelfs jonge boeren en tuinders het bijltje erbij neer. Afbraak- kan niet zonder wederopbouwbeleid. Er is wel natuurbeleid, maar geen wederopbouwbeleid dat weer sterke ketens maakt. De overheid schopt zelfs tegen de bestaande ketens aan, omdat die niet helpen om haar natuurbeleid te realiseren. Dom, want de overheid ziet niet in dat ze verzaakt. Wie een ingrijpend natuurbeleid wil, moet ook de keten helpen zich aan te passen en niet vinden dat die de economische kant ‘maar even moet regelen’.

Ongeveer 50% van alle Nederlandse boeren en tuinders is 55 jaar of ouder. Meer dan de helft hiervan heeft geen opvolger, maar belangrijke delen van hun grond en rechten blijven wel in de markt. Wij, jonge boeren en tuinders, zijn over vijftien jaar pas op de helft van onze ondernemerscarrière. Wij zijn diegenen die vorm gaan geven aan het Nederlandse landschap en aan de toekomst van de voedselketen. Hoeveel ruimte krijgen we om ons perspectief zelf te maken met verwerkers en retail? Binnen welke randvoorwaarden wil de overheid faciliteren wat de markt creatieve ondernemers kan bieden?

Deze vragen kunnen enkel beantwoord worden wanneer de overheid, de voedselketen en de jonge boeren & tuinders een gedeelde visie ontwikkelen die antwoord geeft op de vraag: wat is de functie en meerwaarde van onze land- en tuinbouw op wereldwijde, Europese, nationale en regionale schaal?  Vanuit daar daal je af naar beleids- en ondernemersniveau. We staan immers aan de vooravond van de grootste ruilverkaveling die de Nederlandse geschiedenis ooit gekend heeft. Die is op dit moment enkel gericht op natuur met een hoog gehalte aan Hollands postzegel denken, met als gevolg dat we heel veel kennis en kunde kapot maken waar we meer dan 150 jaar aan hebben mogen bouwen.

Jonge boeren en tuinders willen toekomstperspectief. Een gezamenlijke visie geeft ons weer trots en het gevoel dat wij weer bestaansrecht hebben in plaats van het afvoerputje voor problemen te zijn van dit kabinet en de politiek. Het geeft weer hoop om ergens aan te bouwen en de schouders eronder te zetten. Dan komen weer zonnestralen aan het einde van de pikdonkere tunnel van vandaag.

 



Roy Meijer

Binnen het dagelijks bestuur van NAJK vervult Roy Meijer de rol als voorzitter. Daarnaast werkt hij als melkveehouder op het familiebedrijf in Witteveen. Hij zet zich, samen met de andere dagelijks bestuurders, in voor de toekomst van de jonge boer. Zowel voor de boerenzonen en -dochters van morgen, als de boer(in) over dertig jaar.

Studiereis Varkenshouderij – Dag 2

3 oktober 2022

Lief dagboek,

Vandaag bracht de bus ons al vroeg naar de Swedish University of Agricultural Sciences in Uppsala, waar we vier presentaties kregen voorgeschoteld. De eerste presentatie werd gehouden door de senior lector van dierwelzijn en onderzoeker, Anna Wallenbeck. Ze vertelde over de verschillende onderzoeken die zij heeft gedaan en ging dieper in op de onderzoeken rondom het staartbijten. We hebben het onder andere gehad over het strogebruik, het voorspellen van staartbijten en waar je met je stalinrichting rekening mee kunt houden.

De volgende spreker, Else Verbeek, vertelde ons wat voor invloed de darmwerking kan hebben op het varken. Het ging voornamelijk over het gebruik van probiotica bij dieren en de vergelijking tussen vrije uitloop en gangbaar gehouden varkens. Hier zijn al wel studies naar gedaan bij ratten en mensen, waaruit bleek dat de probiotica de darmflora aanzienlijk verbeterde. De verbeterde darmwerking resulteerde in minder stress, een beter geheugen en minder depressiviteit. Momenteel zijn ze nog op zoek naar de meest praktische methode om de probiotica toe te dienen aan varkens.

Na een uitgebreide lunch vertelde Johanna Friman, de derde spreker, over het gebruik van kuilgras binnen de varkenshouderij. De verhouding 40% kuilgras en 60% standaard voer, zou volgens haar beter zijn voor de varkensmaag. Daarnaast wordt het kuilgras als een verrijkingsmateriaal voor het varken gezien, wat zorgt voor een beter welzijn van het dier. Kuilgras werd fijn gemaakt en vergeleken met het gangbare voer en dit leverde verrassend goede resultaten op. Het gedrag en de gezondheid van de varkens verbeterde aanzienlijk.

De laatste spreker, Linda-Marie Backeman Hannius, had het met ons over het houden van zeugen in groepshuisvesting. Dit is al sinds de jaren ’80 verplicht in Zweden, maar ook hier loopt het nog steeds niet altijd soepel. Er is daarnaast ook een onderzoek gedaan naar gelten, vrouwtjesvarkens die voor het eerst drachtig zijn. Tijdens dit onderzoek werd er gekeken naar de gevolgen voor het varken wanneer een gelt eerder of juist later werd geïntroduceerd aan soortgenoten. Conclusie: je kunt gelten beter eerder introduceren aan soortgenoten dan later. Later introduceren gaf over het algemeen meer problemen: de gelten hadden meer verwondingen en bleven langer vechten.

Na een lange, maar gezellige busrit van 4 uur bereikten we de stad Lidköping. ’s Avonds hebben we nog een korte discussieavond gehad en na een drukke dag met veel gezelligheid gingen in Hotel Best Western Edward langzaamaan de lichten uit.

 

NAJK hoopt dat Remkes perspectief geeft aan jonge boeren & tuinders

Aankomende woensdag 5 oktober komt de heer Remkes met zijn bevindingen over het stikstofdossier. NAJK hoopt dat het plan van Remkes de basis legt voor een veel beter stikstofbeleid, omdat het huidige beleid onuitvoerbaar is. Ook rekent NAJK op perspectief voor jonge boeren op agrarische bedrijfsovernames, niet alleen voor de jonge boeren van nu, maar ook voor de generaties na ons.

In augustus werd de heer Remkes door het kabinet aangesteld als gespreksleider rondom het stikstofdossier. Omdat de uitgangspunten van het kabinet niet veranderd gingen worden, heeft NAJK niet deelgenomen aan de gesprekken. Wel heeft NAJK een document met haar visie op perspectief gestuurd en aangegeven open te staan om hierover in gesprek te gaan. Gezien een aantal ontwikkelingen is de opdracht van Remkes breder geworden dan alleen het thema stikstof.

Plan Remkes
Het huidige stikstofbeleid van het kabinet zorgt voor enorm veel onzekerheid, moedeloosheid en biedt geen perspectief voor jonge agrarische ondernemers. “De twijfel bij jonge boeren om door te gaan, slaat steeds meer toe. Wij hopen daarom dat het plan van Remkes de basis legt voor een veel beter stikstofbeleid. Het huidige stikstofbeleid is namelijk onuitvoerbaar”, aldus NAJK-voorzitter Roy Meijer. Daarnaast komen er nog veel andere uitdagingen aan, zoals het klimaat. “We hopen dat het plan van Remkes ook ruimte biedt aan de uitdagingen die eraan zitten te komen en dat wij, jonge boeren en tuinders, onze passie kunnen blijven volgen door agrarische bedrijven over te nemen. En deze ook weer kunnen doorgeven aan de volgende generatie(s).”

Input NAJK
Al voordat Remkes van start ging, heeft NAJK een document opgesteld over wat jonge boeren nodig hebben voor perspectief. Deze heeft NAJK gedeeld en besproken met het ministerie in voorbereiding op zowel de eerste poging voor een perspectiefbrief, als de tweede poging. Daarnaast heeft NAJK dit perspectiefdocument opgestuurd naar Remkes en zijn secretariaat. Zij hadden hierover veel informatieve vragen en die zijn in enkele gesprekken beantwoord. In het document had NAJK de uitdagingen en oplossingen geschetst aan de hand van vier thema’s: bedrijfsovername, verdienvermogen, gebiedsgerichte aanpak en gewasbeschermingsmiddelen. “Wanneer het gaat over bedrijfsovername hebben we aangegeven dat jonge boeren behoefte hebben aan grond, kapitaal en kennis. Voor het verdienvermogen is het belangrijk dat er een mechanisme komt, waarmee we Europese producten op duurzaamheid kunnen toetsen. Voor de gebiedsgerichte aanpak vinden we dat er een economische autoriteit nodig is om te zorgen dat jonge boeren er sterker uitkomen, dan dat ze erin gingen. En als laatste gewasbescherming. Er ligt een heel sterk plan, namelijk het actieplan plantgezondheid. Deze moet ondersteund en uitgevoerd worden”, aldus Meijer.

Lees hier het volledige document.

Proces
Wanneer woensdag het plan van Remkes bekend word gemaakt, zal NAJK deze eerst grondig bestuderen. Vervolgens gaat ze met de afvaardiging van de provincies in gesprek om hun standpunt hierin te bepalen. Waarop de reactie van NAJK op dit plan, hopelijk voor dit weekend, volgt. In navolging op deze reactie zal NAJK ook een online ledenbijeenkomst organiseren. Houdt hiervoor onze sociale mediakanalen in de gaten.

Sector roept overheid op tot redelijkheid en bijsturing 7e APN en GLB

De sector pleit voor het aanwijzen van 2023 als overgangsjaar voor GLB en het 7e Actieprogramma betreffende de Nitraatrichtlijn (APN), omdat regelgeving nog steeds niet gereed is en het voor ondernemers te laat is om hun plannen nog voor 2023 aan te passen. Het consortium dat samen optrekt voor de ontwikkeling van de Maatwerkaanpak voor het 7e APN – bestaande uit NAJK, NAV, LTO Nederland, POV, Cumela, BO Akkerbouw, NZO en Rabobank – en ook Stichting TOG, Vigef en GroentenFruitHuis trekken hierover al langere tijd bij het ministerie van LNV aan de bel. De breed gedragen boodschap is dat invoering van alle onderdelen uit het 7e APN en het GLB per 1 januari 2023 onwenselijk en praktisch onmogelijk is.

Het landbouwbeleid dreigt steeds verder te ontsporen. Onderdelen van het 7e APN en het nieuwe Gemeenschappelijke Landbouwbeleid (GLB) moeten nog uitgewerkt worden door de overheid. De invulling staat nog niet vast en het tijdspad voor de implementatie (1 januari 2023) is te kort. Ook de informatievoorziening is ver onder de maat. Ondernemers weten daardoor niet waar zij rekening mee moeten houden, terwijl de eerste gewassen voor volgend teeltseizoen al zijn gezaaid, de bouwplannen voor 2023 al veelal vast staan, afspraken over ruil, huur en verhuur zijn gemaakt en contracten zijn afgesloten.

Beleid nog niet klaar voor invoering
Het is praktisch onmogelijk om de nu al ingezette bouwplannen en afspraken daar later (gedurende het seizoen) nog op aan te passen. Dit zorgt voor veel onduidelijkheid en onrust in de sector. Het is volgens de sector daarom onontkoombaar dat er voor een aantal voorschriften van het 7e APN en het GLB een overgangsjaar komt. Dit geeft de overheid de tijd en ruimte om per 2024 passende maatregelen in te voeren. Daarnaast zal LNV ook terug naar Brussel moeten om met een beter onderhandelingsresultaat voor de derogatie thuis te komen: er is werk aan de winkel in Europa voor de nieuwe LNV-minister Piet Adema.

Onduidelijkheid invulling 7e APN en GLB
Telers tasten nog in het duister naar wat de regels inhouden rondom het 7e APN en het GLB. Zo is het nog steeds niet duidelijk welke teelten als winterteelten beschouwd mogen worden. Als gevolg daarvan ontbreekt dus helderheid welke gewassen voor 1 oktober wel en niet van het land hoeven te zijn op alle zand- en lössgronden. Ook de regels rondom bufferstroken zijn volstrekt onduidelijk: waar moet welke breedte gehanteerd worden, en wat mag daar nog wel of niet op? Het is zelfs nog niet duidelijk aan welke voorwaarden voldaan moet worden om in aanmerking te komen voor de basispremie van het GLB, laat staan om mee te doen aan de ecoregelingen. Het Nationaal Strategisch Plan (NSP) voor het GLB is afgelopen week pas ingediend bij de Europese Commissie. Onlangs is er nog een derogatiebeschikking bijgekomen met aanvullende, ingrijpende voorwaarden die ook nog verder moeten worden uitgewerkt, zoals de zogenoemde ‘nutriënten verontreinigde gebieden’. Door alle onduidelijkheid heeft de ontwikkeling van het door het consortium aangedragen alternatief op een aantal middelvoorschriften uit het 7e APN, de Maatwerkaanpak, vertraging opgelopen. De sector wil  voortvarend aan de slag met het verbeteren van de waterkwaliteit, maar dan moet wel duidelijk zijn wat er wettelijk gevraagd wordt komend teeltseizoen.

Overgangsjaar
De sector vindt het daarom niet meer dan redelijk dat er uitstel komt van de invoering van de bufferstroken of teeltvrije zones (7e APN en GLB), de vanggewassen op zand en löss (7e APN) en de datum voor het verlaten van de start van het bemestingsseizoen (7e APN). Daarnaast zouden de ecoregelingen van het GLB voor 2023 toegankelijker moeten worden gemaakt; bijvoorbeeld door verlaging van de vereiste van het aantal punten per hectare van 5 naar 3. Dit alles kan gecombineerd worden met de al afgekondigde GLB-derogaties voor 2023 op de nieuwe conditionaliteitseisen van vruchtwisseling en 4% bouwland uit productie. Vandaag werd bekend dat LNV de roep van sector begint te horen: voor enkele onderdelen uit het NSP is voorgesteld om 2023 als leerjaar te zien,  gezien de korte voorbereidingstijd voor de nieuwe eisen waar boeren aan moeten voldoen. De sector doet een dringende oproep aan de overheid om pas op de plaats te maken en samen met de sector te komen tot een tijdige vaststelling van het GLB en 7e APN vanaf 2024.