Dagje Nederlands in Texas

´s Ochtends vertrokken we naar Henk Postmus, hij heeft een  biologisch melkveebedrijf met ruim 1200 ha land. Henk is in 1998 verhuisd naar Texas en in 2013 overgeschakeld naar een biologische bedrijfsvoering.  Er worden 1750 koeien gemolken en geweid. Henk hanteert hier een beweidingsysteem zoals in Nieuw Zeeland; elke dag wordt er gemeten hoeveel gras er staat en krijgen de koeien een nieuw perceel. Verse koeien tot 120 dagen worden 3 keer per dag gemolken, de rest 2 keer. Met de bus zijn we door de stallen gereden.

Vervolgens bezochten we de familie Stoker, waar een lunch voor ons klaar stond. Na de lunch hebben we een rondleiding gekregen over hun melkveebedrijf met  800 melkkoeien en bijhorend jongvee. Al het gras wordt met eigen persen in ronde balen geperst. Zo kunnen ze met twee personen inkuilen en zijn ze met inkuilen minder afhankelijk van personeel. Een goed jaar levert 4500 balen, een slecht jaar slechts 500.

Hierna zijn we doorgereden naar Albert Posthumus, de oprichter van AP Machinebouw in Nederland. Hij heeft in 1999 het bedrijf verkocht en is geëmigreerd naar Texas. Op dit moment heeft hij 80 medewerkers in dienst, verdeeld over zes locaties in de staten Texas , New Mexico en Kansas. De nadruk ligt op het maken en repareren van voermengwagens. Ook worden er mengkuipen op voormalige legertrucks gebouwd. Posthumus is continu bezig met het ontwikkelen van nieuwe machines voor de melkveehouderij, waaronder stationaire voermengwagens. Ook hebben ze een ‘service truck on wheels’ (vrachtwagen met mobiele werkplaats en kraan) om in andere regio’s voet aan de grond te krijgen en uiteindelijk mechanisatiebedrijven op te zetten. Daarna hebben we in Woody’s Place een dikke steak gegeten.

Realistische bijdrage zuivelsector aan klimaatplan

NAJK, NMV, LTO en NZO constateren dat het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) de bijdrage van de zuivelsector aan het Ontwerp Klimaatakkoord realistisch acht. Het PBL stelt in de analyse van het ontwerpakkoord dat de beoogde reductie van broeikasgassen in 2030 onder voorwaarden haalbaar en betaalbaar is.

De LTO-vakgroep melkveehouderij, de Nederlandse Melkveehouders Vakbond (NMV), het Nederlands Agrarisch Jongeren Kontakt (NAJK) en de Nederlandse Zuivel Organisatie (NZO) beogen met het in december vastgestelde zuivelplan een reductie, voor wat betreft methaan, van 0,8 megaton CO2-equivalenten (zie tabel klimaattafel Landbouw en Landgebruik). Volgens het planbureau is dat te realiseren. De NZO deelt de opvatting van het PBL dat er wel aan een aantal randvoorwaarden moet worden voldaan. Belangrijkste daarvan is de financiële situatie van de veehouderij. Die bepaalt de bereidheid van veehouders om te investeren in de klimaatopgave. Ook de ruimte die boeren hebben om hun bedrijf te ontwikkelen speelt een rol. Bovendien dienen er voldoende financiële instrumenten voor handen te zijn om de sector te ondersteunen bij het realiseren van de reductieopgave. Daarnaast is het belangrijk dat melkveehouders hun klimaatprestaties individueel kunnen verantwoorden via de carbon footprint monitor. Die geeft melkveehouders inzicht in de uitstoot van broeikasgassen op hun bedrijf.

Het Kabinet heeft de landbouw gevraagd om niet alleen de taakstelling van 3,5 Mton, maar ook de geformuleerde ambitie voor een reductie van ongeveer 6 Mton te realiseren. De opgave voor de zuivel/melkveehouderij verandert daarmee niet omdat de 0,8 Mton methaan “melkveehouderij en zuivel” reeds onderdeel uitmaakt van de totale ambitie (zie onderstaande tabel). Overigens staat in de brief van Kabinet te lezen dat: “daarvoor middelen beschikbaar zullen moeten worden gesteld (red: om van de 3,5Mton naar 6Mton te gaan) door het kabinet om de landbouwsector hierbij te ondersteunen. Met het oog hierop zullen plannen worden uitgewerkt waarbij wij goede mogelijkheden zien om hierbij een combinatie te maken met de visie van het kabinet voor een duurzame en sterke kringlooplandbouw.”

Minister onverstandig met budget Bedrijfsovernamefonds

Tijdens het debat over de pulsvisserij op donderdag 21 februari 2019 deelde LNV-minister Schouten mee dat ook jonge vissers gebruik kunnen maken van een deel van het Bedrijfsovernamefonds. Het Nederlands Agrarisch Jongeren Kontakt (NAJK) vindt het onverstandig dat de minister het opleidings- en coachingsgedeelte van het Bedrijfsovernamefonds zonder financiële onderbouwing aan jonge vissers toezegt. Er is nog geen begroting gemaakt die aangeeft dat het budget ruim voldoende is om de gestelde doelen te bereiken.

De minister legde de Tweede Kamer donderdagmiddag uit dat naast jonge boeren en tuinders ook jonge vissers gebruik kunnen maken van het opleidings- en coachingsdeel van het Bedrijfsovernamefonds. Dit om jonge vissers, die in zwaar weer komen door het mogelijke verbod op de pulsvisserij, tegemoet te komen. “De precieze invulling van het opleidings- en coachingsgedeelte van het Bedrijfsovernamefonds is nog niet bekend. Daarmee is er ook nog geen begroting en is ook niet bekend of het budget toereikend is voor de gestelde doelen.”, aldus Sietse Draaijer, dagelijks bestuurder NAJK met de portefeuille bedrijfsovername.

Het Bedrijfsovernamefonds is bedoeld om jonge boeren en tuinders te ondersteunen in hun bedrijfsovername. Volgens Draaijer zou het fonds ook voor jonge vissers een steuntje in de rug kunnen zijn. Draaijer: “Wij hebben niets tegen het opleiden van jonge vissers en het ondersteunen rondom de bedrijfsovername. Wel hebben wij bezwaren tegen het feit dat de toezegging er al is, maar het niet bekend is of het budget toereikend is. Niemand zit echter te wachten op een Bedrijfsovernamefonds dat niet in de behoefte voorziet van zowel de boeren, tuinders als vissers doordat er onvoldoende budget is.“

 

NAJK wil bedrijfsovernameloket

NAJK wil de 11 miljoen van het opleidings- en coachingsgedeelte in het Bedrijfsovernamefonds invullen met een bedrijfsovernameloket. Bij dit loket kunnen jonge boeren en tuinders terecht met vragen rondom de overname en voor opleiding en begeleiding. Dit loket zou een onafhankelijke coördinerende functie moeten hebben. Enerzijds zorgt het loket voor kennisontwikkeling en anderzijds zorgt het ervoor dat de jonge boeren en tuinders in het voor hun specifiek samengestelde traject terechtkomen. Bij het loket is een aantal onafhankelijke specialisten werkzaam die een traject op maat kunnen samenstellen voor deze jongeren en eventueel familie.

Draaijer: “Bij onze zuiderburen in Vlaanderen is een aantal jaren geleden het Kenniscentrum Bedrijfsopvolging opgericht. De ervaringen daar met het loket zijn heel positief en dient voor ons dus als een mooi voorbeeld. Dit is precies waar jonge boeren en tuinders behoefte aan hebben.”

Tijdens de inventarisatieronde die NAJK en het ministerie door het land hebben gedaan, bleek dat er een grote behoefte is aan opleiding en begeleiding vlak voor en na bedrijfsovername. “Het is dus belangrijk dat de juiste kennis en ondersteuning terechtkomt bij deze groep jonge boeren en tuinders. Via dit centrale en onafhankelijk loket kan dit worden bereikt.

Hendrik Spiker winnaar MaïsChallenge 2018!

Met een verschil van 1,5 punt won melkveehouder Hendrik Spiker uit Staphorst de MaïsChallenge 2018.  Landbouwwoordvoerder Helma Lodders maakte dit tijdens de prijsuitreiking op woensdag 13 februari op Aeres Hogeschool Dronten bekend. De vierde editie van het kennisuitwisselingsproject van het Nederlands Agrarisch Jongeren Kontakt (NAJK) en Limagrain stond in het teken van bodem en milieu. In totaal gingen 41 jonge boeren met elkaar de strijd aan wie het beste maïs kon telen.

Winnaar Hendrik Spiker was blij verrast met de prijs: “Ik deed mee met de MaïsChallenge om meer kennis op te doen over maïsteelt. De reis naar Frankrijk winnen is een mooie beloning voor de inspanning. Je leert er weer nieuwe dingen bij. Ik deed dingen al wel goed, maar nu weet ik ook waarom die zo gedaan worden.”

De uitreiking werd gestart met een terugblik op afgelopen seizoen door Limagrain. Ludwig Oevermans (adviseur Limagrain) sprak over het bijzondere maïsjaar. Door de warmte kon in april al gezaaid worden, de grond was nog vochtig en de maïs kwam goed op, daarna kwam de droogte. Vooral lichte zandgronden hadden het zwaar, qua puntentelling moesten ze wel door de omstandigheden heen kijken. Toch concludeerde Eurofins Agro naar aanleiding van hun analyse dat de deelnemers hoger scoren op VEM, droge stof en zetmeel dan het gemiddelde.

Winnaars 2018

Helma Lodders kon zelf niet aanwezig zijn en maakte daarom via een videoboodschap de winnaars bekend. Winnaar Spiker won een geheel verzorgde studiereis naar Clermont-Ferrand, het maïsproductiecentrum van Frankrijk en de bakermat van Limagrain. Tweede prijs, een smartwatch, werd gewonnen door Jeffrey Bos. De derde prijs, een bluetooth box, werd gewonnen door Otto van Zoelen. Er waren punten te behalen op bodem, opkomst, oogst, in- en uitkuilen en participeren. De deelnemers konden in totaal 106 punten halen. De nummers één, twee en drie hadden respectievelijk 102, 100,5 en 99,5 punten behaald. Studenten van het Zone College werden vierde. Voor hen is, vanwege hun grote inzet, speciaal een prijs bedacht: een excursie naar het laboratorium van Limagrain in Rilland.

Maïsspecialisten geworden

De jonge boeren kregen tijdens de MaïsChallenge 2018 aan de hand van masterclasses over bodem en milieu, kennis aangereikt om meer en gezondere opbrengst uit hun maïs te halen. Voor veehouders is het zelf telen van ruwvoer een belangrijke factor voor een succesvol bedrijf. Met extra aandacht voor de teelt, het uitwisselen van ervaringen met collega’s en praktische kennis van een toonaangevend maïsveredelaar zijn de deelnemers echte maïsspecialisten geworden.

De toekomst begint vandaag | Een goede start van 2019!

Het jaar 2019 begint goed voor de vijf jonge agrarisch ondernemers die als winnaars uit de bus kwamen bij de actie ‘De toekomst begint vandaag’. Deze actie biedt jonge boeren en tuinders professionele ondersteuning bij uitdagingen en problemen van de ontwikkeling bij hun toekomstvisie. Donderdag 10 januari 2019 leerden de jonge boeren elkaar en elkaars uitdagingen kennen.

Hoe ziet de toekomst eruit?

Het coaching traject vanuit de Rabobank met de jonge ondernemers is uniek. De coaching is gepersonaliseerd en hangt af van het probleem of de uitdaging van de jonge boer.  NAJK zal de jonge boeren op de voet volgen, via bijvoorbeeld blogs en vlogs,  dus houd onze website en social media in de gaten! Op deze manier willen we een inkijkje geven in bepaalde problemen die misschien ook wel bij jou spelen.

Wie zijn de winnaars?

Graag stelt NAJK en Rabobank de jonge agrarisch ondernemers aan jullie voor:

Maarten de Groot

Hoe ga je ermee om wanneer meerdere broers en/of zussen het boerenbedrijf over willen nemen? Dat is een vraagstuk waar Maarten de Groot 33 jaar, mee worstelt.  Hij en zijn broer willen beiden graag melkveehouder worden, hoe ga je daar met de familie mee om? Ga je het bedrijf splitsen of moet er een ander bedrijf bij gezocht worden in de omgeving?

Joris van Lierop

Als agrarisch ondernemer in de legpluimveesector houdt Joris van Lierop 160.000 leghennen. De productie van de eieren gaat efficiënt, alleen de prijzen voor de scharreleieren zakken vaak door de ondergrens. Hij vraagt zich daarom af of een uitbreiding van het bedrijf wel de juiste investering is of dat hij op zoek moet naar nieuwe verdienmodellen zoals vrije uitloop- of bio-leghennen.

Thomas Zijlmans

Akkerbouwer in de mooie West-Brabantse klei, dat is hoe Thomas Zijlmans zichzelf omschrijft. Hij wil graag omschakelen naar een biologisch akkerbouw bedrijf. Tijdens zijn studie kwam hij namelijk in aanraking met biologische akkerbouw. Hij heeft zich al verdiept in de markt en de teelt, alleen moet hij zijn plannen nu nog omzetten naar een bedrijfsplan. Hij wil graag weten wat de bedrijfskundige consequenties van deze omschakeling zullen zijn en deze in kaart brengen.

Remco Kruitbos

Remco Kruitbos heeft geen agrarisch bedrijf in de familie die hij over kan nemen, maar wil wel graag melkveehouder worden. Via zijn werk bij een melkveehouder zonder opvolger kan hij misschien toch zijn droom om boer te worden verwezenlijken. De samenwerking loopt goed maar bij een buitenfamiliaire overname lopen beide partijen vaak tegen financiële en emotionele drempels  aan. Hoe kan een buitenfamiliaire overname tot een succes gebracht worden?

Linda Versluis- Swagemakers

De winkel van Linda Versluis-Swagemakers loopt goed, ze heeft net de leiding overgenomen van haar schoonouders en wil de winkel graag eigen maken. Ook is de winkel aan een verbouwing toe, hoe maakt ze de winkel toekomstbestendig? Een breder assortiment? Beleving in de winkel creëren? Of klanten meer bij te brengen over de vitamines en mineralen die in de producten zitten? Welke ideeën hebben de meeste potentie en hoe zet je de ideeën om naar realisatie?

De winnaars zijn ook te volgen op het agrarisch Rabobankplatform Global Farmers waar je ze vragen kunt stellen of tips kunt geven.

Zuivel neemt verantwoordelijkheid bij reductie broeikasgassen

De zuivelsector levert de komende jaren een forse bijdrage aan vermindering van de uitstoot van broeikasgassen. In het vandaag gepresenteerde Klimaatakkoord reduceert de zuivelsector tot 2030 voor in totaal 1,6 megaton aan broeikasgassen en voldoet daarmee aan de gevraagde opgave vanuit de overheid.

De bijdrage van de zuivelsector is als bijlage integraal opgenomen in het deelakkoord Landbouw en Landgebruik van het nationale Klimaatakkoord. Organisaties van melkveehouders (LTO Nederland, NAJK, NMV) en zuivelondernemingen (NZO) hebben het deelakkoord, dat voor alle sectoren geldt, onderschreven.

Het deelakkoord is een volgende stap in de verdere verduurzaming van de zuivelketen. Melkveehouders en zuivelondernemingen werken op eigen initiatief al jaren samen aan de reductie van broeikasgassen. Dat gebeurt onder meer door efficiënter om te gaan met hulpbronnen als mineralen en energie en door het gebruik van hernieuwbare energie via zonnepanelen, windmolens en mestvergistingsinstallaties.

Alle ketenpartijen leveren een bijdrage

In het akkoord is vastgelegd dat de beoogde reductie van de zuivelsector mogelijk is als alle partijen in de keten een bijdrage leveren: agrarische ondernemers, verwerkende en toeleverende industrieën, overheden, maatschappelijke organisaties, banken en retail. Een andere voorwaarde is de beschikbaarheid van een adequaat financieel pakket van de overheid met financiële-, fiscale- en investeringsregelingen voor melkveehouders en gewenste aanpassingen in wet- en regelgeving.

Het akkoord baseert zich op een bedrijfsgerichte aanpak, waarbij de melkveehouder zelf bepaalt met welke maatregelen hij de emissie van broeikasgassen op zijn bedrijf vermindert. De klimaatprestaties van de melkveehouders worden individueel en ook sectoraal gemeten, gemonitord en inzichtelijk gemaakt via de carbon footprint monitor. Om de veehouders te ondersteunen zal de zuivelsector in 2019 samen met de veevoerindustrie en overheden een onafhankelijk expertisecentrum opzetten. 2

Verdienmodel voor melkveehouders

In het akkoord is afgesproken dat betrokken partijen binnen de bestaande mededingingsregels een verdienmodel uitwerken. Dat moet melkveehouders in staat stellen te investeren in de reductie van broeikasgassen. Het verdienmodel moet uiterlijk 1 januari 2020 gereed zijn.

Het akkoord moet in 2030 leiden naar een klimaatverantwoorde zuivelsector en een energieneutrale melkveehouderij. De sector reduceert dan 1,6 megaton CO2-equivalenten aan broeikasgassen in Nederland. De reductie valt uiteen in twee delen. Maatregelen die te maken hebben met het dier, diervoeding, mestopslag en bemesting leiden tot een reductie van methaan gelijk aan 0,8 megaton CO2- equivalenten. Met energiebesparende maatregelen, de productie van duurzame energie en maatregelen op gebied van bodem en gewas wordt nog eens 0,8 megaton aan CO2-equivalenten gereduceerd. Daarmee voldoet de sector aan de opgave die zij gekregen heeft.

Daarnaast verwacht de zuivelsector klimaatwinst in het buitenland te behalen. Uitvoering van het advies van de Commissie Grondgebondenheid leidt er toe dat de melkveehouders meer eiwitrijke gewassen op eigen grond gaan telen. De import van soja en palmpitten zal daardoor de komende jaren fors afnemen. Dat levert naar verwachting nog eens 1,0 megaton aan besparing op bovenop de geformuleerde taakstelling.

Onderhandelaarsakkoord klimaat gepresenteerd

21 december presenteerde Ed Nijpels, voorzitter van het Klimaatberaad, het onderhandelaarsakkoord ‘klimaat’. Het Nederlands Agrarisch Jongeren Kontakt (NAJK) is de afgelopen periode betrokken geweest bij de onderhandelingen over de invulling van de reductiedoelstelling voor de sectortafel Landbouw en Landgebruik. NAJK is tevreden dat er ondanks de beperkte tijd, nu toch een akkoord ligt.

Het Klimaatberaad is opgericht door het huidige kabinet om de klimaatdoelstellingen uit het ‘Akkoord van Parijs’ te behalen. Het klimaatberaad staat onder leiding van Ed Nijpels en is opgedeeld in vijf sectoren. De vijf sectoren zijn: industrie, energie, bebouwde omgeving, mobiliteit en landbouw en landgebruik. Het agrarische bedrijf heeft raakvlakken met onderwerpen die op verschillende sectortafels worden besproken.

Doelstelling kabinet

De doelstelling voor landbouw en landgebruik besloeg 3,5 miljard kilogram (ook wel als megaton of Mton aangegeven) minder in 2030. Deze doelstelling volgt uit het regeerakkoord van het kabinet. Ook heeft het kabinet in het regeerakkoord aangegeven dat deze 3,5 megaton onderverdeeld worden in een reductie van 1 megaton op basis van methaan, 1 megaton op basis van glastuinbouw en 1,5 megaton op landgebruik. Het akkoord beschrijft op welke wijze de landbouw aan deze doelstellingen gaat voldoen.

Technische maatregelen

NAJK is blij dat er gekozen wordt voor technische maatregelen boven volumebeperkende maatregelen (beperking in dieraantallen) om de reductie te behalen. Dit om voldoende toekomstperspectief te behouden voor de sectoren. NAJK realiseert zich wel dat deze technische maatregelen wel impact kunnen hebben op de dagelijkse bedrijfsvoering op bedrijven. “ We zullen bepaalde aanpassingen moeten doorvoeren om de reductie opgave te behalen, maar die zijn ook in ons eigen belang. Immers, onze sector heeft ook het meeste last van klimaatverandering. Daarnaast bieden wij als sector ook oplossingen, die ons nieuwe kansen zullen opleveren”, aldus Andre Arfman, voorzitter NAJK.  Een voorbeeld hiervan is de opslag van koolstof in de bodem. Dit heeft een positief effect op de bodem en neemt CO2 uit de lucht weg.

Meer uitdagingen dan klimaat alleen

Punt van aandacht blijft volgens Arfman dat de samenhang met andere uitdagingen voldoende bewaakt wordt. Arfman: “De agrarische sector staat voor meer uitdagingen dan klimaat alleen, wij moeten bijvoorbeeld ook doelstellingen behalen op het gebied van biodiversiteit.  Het kan dus niet zo zijn dat wanneer belangen botsen dat de boer dit maar moet oplossen en daardoor zijn werk negatief beïnvloed wordt.” Een agrarisch ondernemer heeft  naast de onderwerpen die vallen onder de tafel Landbouw en Landgebruik ook raakvlakken met bijvoorbeeld de tafel energie (energiebesparing en –opwekking) en mobiliteit (landbouwvoertuigen). NAJK heeft zorgen op het gebied van ruimte. Veel gekozen maatregelen vragen ruimte (zonneweides, productie biomassa, aanleg nieuwe natuur e.d.). Arfman: “ Het kan niet zo zijn dat bedrijven van toekomstgerichte jonge ondernemers hierdoor in de knel komen en niet verder kunnen ontwikkelen, hiervoor zullen we in het vervolgproces blijven strijden.”

Aankomende periode zal het onderhandelaarsakkoord worden doorgerekend door het Planbureau voor de Leefomgeving. Ook wordt dit akkoord voorgelegd aan de achterbannen van de verschillende deelnemende organisaties in het akkoord. Op zijn vroegst wordt er komend voorjaar een definitief akkoord verwacht.

Voorlopig geen fosfaat uit fosfaatbank voor jonge boeren

De fosfaatbank blijft voorlopig dicht. Een motie in de Tweede Kamer van Jaco Geurts (CDA) en Helma Lodders (VVD) waarin gevraagd wordt om de fosfaatbank in te zetten om een nieuwe generieke korting te voorkomen is gisteren aangenomen. Minister Schouten van het ministerie van LNV heeft aangegeven achter de motie te staan en de bank dicht te houden zolang er nog rechtszaken lopen. NAJK staat achter het besluit als dit voorkomt dat er een nieuwe generieke korting komt.

Afgelopen maanden was er veel te doen over het fosfaatrechtenstelsel. De onduidelijkheid over de boete gaf onrust in de melkveesector en op de fosfaatmarkt. Ook was er discussie ontstaan over het uitdelen van rechten aan vleesveehouders. Daarnaast werd in de loop van 2018 duidelijk hoe lastig het sturen op fosfaatproductie op bedrijfsniveau is. Dagelijks bestuurder NAJK met de portefeuille melkveehouderij, Marije Klever, heeft de zorgen van de jonge boeren over de verschillende thema’s gedeeld, verzocht om meer duidelijkheid te verschaffen in de cijfers en benadrukt om de ruimte die er is goed te benutten. “Het voorkomen van een nieuwe generieke korting heeft de hoogste prioriteit, zelfs als dit betekent dat de fosfaatbank niet open gaat”, aldus Klever.

Nog te veel rechten in de markt

Minister Schouten van het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) heeft in de Kamerbrief van vrijdag 7 december en het Kamerdebat van donderdag 13 december duidelijkheid gegeven over de cijfers en aangegeven dat er geen ruimte is voor toekenning van meer fosfaatrechten. Met het aantal fosfaatrechten dat momenteel in de markt is, kan het sectorplafond worden overschreden. De CBS cijfers laten zien dat er nu geen overschrijding is. Het gevolg hiervan is dat de fosfaatbank voorlopig niet opengaat. Klever: “Het is jammer dat de fosfaatbank waarin jonge boeren een voorkeursrecht hebben niet open gaat, maar als dit een nieuwe generieke korting voorkomt is dit de juiste beslissing”.

Discussie over knelgevallen

Al het gehele jaar is er discussie over knelgevallen en of en hoe deze geholpen kunnen worden. De dynamiek in de cijfers van fosfaatrechten geeft reden om discussie te voeren over hoe deze cijfers geïnterpreteerd moeten worden. In het Kamerdebat op 13 december kwam dit ook naar voren. Klever: “Het is belangrijk dat er duidelijkheid komt over de cijfers en het glashelder wordt of er ruimte is. Wanneer er ruimte is, moet duidelijk worden hoe daarmee omgegaan wordt. Alleen dat brengt rust in het fosfaatrechtenstelsel”. Verder heeft minister Schouten aangegeven dat zij bij het OM wil aangeven dat boeren die bezwaar hebben gemaakt geen duidelijkheid hadden over hun beschikking. Of dit de boete zal beïnvloeden kan zij echter niet garanderen.

Weidegang Trofee voor alle boeren

Vanwege het record aantal boeren dat de koeien buiten laat lopen hebben alle boeren dit jaar de Weidegang Trofee gewonnen. Dagelijks bestuurder NAJK met de portefeuille melkveehouderij, Marije Klever, heeft woensdagmiddag 19 december de Weidegang Trofee in ontvangst mogen nemen. De Weidegang Trofee werd uitgereikt tijdens de bijeenkomst van het Convenant Weidegang.

Uit gegevens van de zuivelondernemingen blijkt dat inmiddels 82,0 procent van de melkveehouders de koeien laat grazen. Sinds in 2012 weidegang gestimuleerd is, is het percentage niet zo hoog geweest. Diverse partijen, waaronder ook NAJK, hebben eerder hun handtekening gezet onder het Convenant Weidegang om de koe in de wei te houden. Doelstelling van het convenant was om weidegang te behouden op minimaal het niveau van 2012, wat 81,2 procent betrof.

Niet verplicht, wel doelstelling behaalt
In het huidige regeerakkoord staat beschreven dat de huidige regering geen verplichte weidegang wil. De melkveehouderij moet uiterlijk in 2020 haar eigen doelstelling voor weidegang behalen. NAJK is trots op wat de melkveehouderijsector heeft bereikt. “Zonder verplichting hebben we als sector toch de doelstelling op het gebied van weidegang gehaald. Als we dit als sector kunnen, dan kunnen we ook andere uitdagingen als sector met elkaar aan”, aldus Klever.

Trofee weidegang

Trofee weidegang

NAJK-project Wei en Maatschappij
Afgelopen jaren zijn er verschillende projecten geïnitieerd om kennis over weidegang over te dragen en weidegang te bevorderen. Mede door deze projecten is het percentage van 82,0 procent weidende bedrijven gehaald. In de verschillende speeches die werden gehouden tijdens de bijeenkomst van het Convenant Weidegang werd ook positief gesproken over het NAJK-project Wei en Maatschappij. NAJK geeft binnen dit project gastlessen over weidegang op agrarische mbo en hbo’s en verzorgt avonden over weidegang bij haar lokale afdelingen (AJK’s).