Rust en regelmaat door automatisering | DeLaval

Tekst en beeld: Agaath Timmerman

De keuze voor een automatisch voersysteem, in plaats van een melkrobot, is op melkveebedrijf vof Otterwille in Bantega opmerkelijk te noemen. Met de bouw van een nieuwe ligboxenstal heeft de familie hier een aantal jaar geleden zeer bewust voor gekozen.

Jan-Germ de Jong (26) runt samen met zijn ouders Germ (53) en Jantje (51) en broer Marten-Jan (23) de vof met 165 melkkoeien en 120 stuks jongvee. Het bedrijf is al vijf generaties in de familie. De laatste jaren worden gekenmerkt door automatisering. Jan-Germ: “In een relatief korte tijd hebben we het bedrijf geoptimaliseerd. We zijn gegroeid van 8000 liter per koe naar een gemiddelde van 9700 liter per koe.” Of het automatische voersysteem hierin een grote rol speelt,  kan Jan-Germ niet precies zeggen: “Het is de combinatie van de nieuwe stal met de draaimelkstal en de voerrobot. Dit zorgt voor rust en regelmaat voor de koeien.”

Effectief voeren

De voerrobot van DeLaval kenmerkt de bouw en inrichting van de nieuwe stal. Er is een smalle voergang van 2,5 meter breed met daarboven een loopgang. De bunkers staan in een loods ernaast. “De goedkopere bouwkosten van de stal en de voordelen van het efficiënt voeren waren voor ons doorslaggevend om over te gaan tot de aanschaf van een voerrobot”, aldus Jan-Germ. De familie kent een effectieve voertijd van 5,5 uur per week. De koeien, verdeeld over vier groepen, krijgen tien keer per dag vers voer. Het voer wordt net zo vaak automatisch aangeschoven. De voerrobot is daarbij gekoppeld aan een managementsysteem. Jan-Germ: “We krijgen elke dag informatie over wat, hoeveel en waar er is gevoerd. Dit in combinatie met de data van onze melkstal zorgt ervoor dat we beter kunnen sturen met als resultaat: een betere melkproductie.”

Data centraal

Naast de voerrobot heeft de familie De Jong geïnvesteerd in een draaimelkstal. Een 28-stands binnenmelker van DeLaval. Jan-Germ: “Ik ben geen robotboer. Bijna zes  jaar geleden ben ik in Canada geweest. Daar ben ik verliefd geworden op de draaimelkstal, een melksysteem dat bij mij en later ook bij mijn familie bleek te passen.” De data en systemen van de voerrobot en de draaimelkstal worden geüniformeerd in DelPro Farm Manager. “Alle gegevens komen centraal in ons dashboard, waardoor we snel zijn geïnformeerd. We handelen direct bij attenties. Daarmee blijven we altijd een stap voor.” Het programma is ook gekoppeld aan een financieel managementsysteem.

Driemaal daags

Naast de voerrobot en de draaimelkstal heeft de familie de Jong nog meer geautomatiseerd. Zo is er een mestrobot, een kalverdrinkautomaat, krachtvoerboxen voor het jongvee tot negen maanden oud en werken ze met een tochtdetectiesysteem.
Door de automatisering is er mankracht over. Er wordt sinds april dit jaar driemaal daags gemolken en de kalveren krijgen driemaal daags melk. “We zijn allemaal flexibel. Iedereen kent alle taken op het bedrijf. Dat geeft voordeel op sociaal vlak en biedt ruimte om ook buiten de deur te werken”, aldus Jan-Germ.

Werkvreugde

“Het grootste voordeel van de automatisering op ons bedrijf is de rust en de regelmaat in de stal. We hebben geen pieken meer in de stal en het is er heerlijk rustig. Dat zorgt voor werkvreugde voor ons alle vier”, vertelt Jan-Germ.

Jonge boeren en tuinders over… Smart farming

Vier vragen aan de nieuwe voorzitter van CEJA: Alan Jagoe

NAJK is aangesloten bij de Europese organisatie voor jonge boeren, CEJA. Op 8 september is tijdens de World Expo in Milaan een nieuwe voorzitter van CEJA verkozen: Alan Jagoe uit Ierland. Voordat Alan voorzitter werd bij CEJA was hij voorzitter van Macra na Feirme, de Ierse organisatie voor jonge boeren. Vier vragen aan… Alan Jagoe:

  1. Alan, kun je jezelf voorstellen aan de leden van NAJK?

“Mijn naam is Alan Jagoe, 33 jaar oud. Ik ben getrouwd met Helen en heb een dochtertje van één jaar oud: Laura. Samen met mijn vader en broer run ik een gemengd bedrijf met melkvee en graanteelt. Een echt familiebedrijf. Van 2011 tot 2013 was ik voorzitter van de Ierse organisatie voor jonge boeren. Daarna ben ik twee jaar vicevoorzitter van CEJA geweest. Sinds september 2015 ben ik verkozen tot voorzitter. Naast mijn activiteiten voor CEJA ben ik actief in het bestuur van Teagasc, een overheidsdienst die zich richt op onderwijs, onderzoek en advies.”

  1. Wat wil je bereiken tijdens jouw voorzitterschap?

“Met het bestuur van CEJA wil ik me de komende tijd richten op zaken als toegang tot land en krediet. Daarnaast zal er een begin gemaakt moeten worden met de discussie over het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid ná 2020, als de huidige GLB-periode afloopt. Daarnaast vragen we ook lidorganisaties, zoals NAJK, wat zij belangrijke onderwerpen vinden. Dan kan CEJA zich op actuele onderwerpen richten.”

  1. Welke uitdagingen kom je zelf tegen als jonge boer?

“De uitdagingen die we als jonge boeren kennen zijn niet nieuw. De beschikbaarheid van land en krediet blijft lastig, maar zonder die middelen kunnen jonge boeren geen bedrijf runnen. Daarnaast zijn ook de schommelende opbrengstprijzen in elke sector een bedreiging voor de continuïteit van de agrarische bedrijven van jonge boeren.”

  1. Wat verwacht je van de samenwerking met NAJK?

“Ik ken NAJK als een organisatie met een actieve, vooruitstrevende en positieve invloed op Europees niveau. Jullie afgevaardigden stellen zich altijd betrokken, gepassioneerd en constructief op tijdens onze werkgroepbijeenkomsten. Ik kijk uit naar de verdere samenwerking tussen NAJK en CEJA!”

Jonge Landbouwersregeling

Tekst: Sander Thus

In 2015 heeft er, tot onze grote verbazing, opnieuw geen openstelling van de Jonge Landbouwersregeling plaatsgevonden. Gezien de vele terechte vragen van AJK-leden blikken we in deze laatste BNDR van 2015 terug op wat er in 2015 is gebeurd en, zoals NAJK betaamd, kijken we vooruit.

Het doel van de Jonge Landbouwersregeling is het ondersteunen van jonge landbouwers in hun financieel zware periode na de start of bedrijfsovername en in het verder ontwikkelen van hun bedrijf. De Jonge Landbouwerssubsidie is een investeringssubsidie die in veel gevallen de druppel is die ervoor zorgt dat jonge boeren hun bedrijf kunnen ontwikkelen en vernieuwen. Alleen al deze simpele financiële ondersteuning slingert hét vliegwiel aan voor een innovatieve agrarische sector.

De Jonge Landbouwersregeling wordt provinciaal uitgevoerd. 50% van het budget wordt door de provincies bijgedragen en de andere 50% komt uit het POP3-programma van het Europese GLB. De twaalf provincies hebben de voorbereiding van de regeling gedelegeerd aan de werkgroep Jonge Landbouwersregeling. De provincies hebben eind september bij voormalig staatssecretaris Dijksma aangegeven dat de voorbereidingen achterlopen en dat zij meer tijd nodig hebben. Dijksma heeft aangegeven te willen faciliteren zodat de Jonge Landbouwersregeling toch nog in 2015, met uitloop naar het eerste kwartaal van 2016, opengesteld zou kunnen worden.

NAJK merkt landelijk en provinciaal gelukkig dat niet alleen bij de jonge boeren het geduld omtrent de openstelling van de Jonge Landbouwersregeling op is, ook bij provincies en in Den Haag is onrust. Uitstel van openstelling van de Jonge Landbouwersregeling betekent opnieuw uitstel in de mogelijkheid ruim 250 jonge boeren per jaar te ondersteunen in het vernieuwen en ontwikkelen van hun bedrijf. In een land als Nederland, dat voorop wil lopen in innovatiekracht, is dit een opmerkelijke constatering.

NAJK heeft niet de illusie dat de Jonge Landbouwersregeling nog voor de kerst 2015 opengesteld gaat worden. Wij gaan er wel vanuit dat de betrokken overheidsinstanties wakker zijn en zich daar hard voor maken om uiteindelijk duidelijkheid te kunnen verschaffen. Wij merken dat de investerings- en vernieuwingsdrang onder ons, jonge boeren, steeds groter wordt, maar op veel plekken ontbreekt het domweg aan de middelen.

Laten we ervan uitgaan dat de openstelling van de Jonge Landbouwersregeling bij alle betrokkenen op nummer één van het lijstje goede voornemens staat.

Smart thinking | Janny Trouw

Smart farming, GPS, precision farming… de engelse termen vliegen je om de oren. Maar feit is dat agrarisch Nederland steeds beter aan de slag gaat met deze innovaties, ofwel ‘slim boeren’. Door het slim inzetten van vernieuw(en)de technieken kom je vooruit. En dat gaat verder dan alleen ‘recht rijden’.

Besparen op gewasbeschermingsmiddelen is al dagelijkse praktijk door plaatsspecifieke toepassing. Of het in kaart brengen van de bodemtoestand via satelietbeelden, waardoor je heel gericht kunt bemesten. Dat is toch geloofwaardiger dan op gevoel die ‘kwaaie hoek’ aanpakken. Slim boeren scheelt dus in de portemonnee. En voorkomen van verspilling draagt ook nog eens bij aan een goed imago.

De tijd is dus rijp voor slim(mer) boeren. Door op de juiste manier daarin te investeren gaat het ook ongetwijfeld die bijbehorende euro’s opleveren. Dit geldt voor alle boeren en tuinders, uit alle sectoren. Want overal waar handwerk aan te pas komt, kunnen we nu met behulp van technologie steeds slimmer, beter en efficiënter werken.

Vanuit mijn werk bij ZLTO volg ik de ontwikkelingen natuurlijk ook. En ik zie hele gave dingen gebeuren in het veld. Dingen waar je tien jaar geleden nog niet eens van durfde te bedenken dat het kon. Het ZLTO-congres van deze week staat zelfs in het teken van High Tech en de impact die dat heeft op de land- en tuinbouw en op ons imago.

Vanuit het perspectief van slimmer en beter produceren, maar ook de sociale impact van technologie. Hoe gaan we bijvoorbeeld om met nieuwe technieken als 3D-printen, robotisering en digitalisering? Geen enkele boer wil de hele dag achter de computer zitten, want dan had hij wel een ander beroep gekozen. Maar de combinatie met het ‘boeren’ en het eindresultaat maakt het investeren aantrekkelijk. Dus als je slim bent, investeer je in de toekomst van de landbouw. Want smart farming is smart thinking!

 

Op weg naar een duurzame landbouw

Tekst en beeld: Colinda van EkrisRabobanklogo_RGB_JPEG

 ‘Smart farming’ biedt  veel akkerbouwers toekomstperspectief. Want, de opkomst van data-intensieve landbouw kan meerwaarde genereren in de akkerbouw. Een belangrijke ontwikkeling vindt Arjan Ausma, sectormanager akkerbouw bij de Rabobank Nederland, “smart farming kan de sleutel zijn om kosten te besparen, opbrengsten te optimaliseren en nog gemakkelijker aan de wet- en regelgeving te kunnen voldoen.”  

Onlangs publiceerde Rabobank haar visie ‘Van intuïtie naar informatie’. Een visie over de invloed van big data op de landbouw. De landbouw wordt data-intensiever. Een ontwikkeling waar Rabobank voor de sector mooie kansen in ziet. “Wij schatten dat de overgang naar data-intensieve landbouw  de opbrengst wereldwijd met 5% kan verhogen. Daarnaast speelt efficiëntie een grote rol bij het verduurzamen van de sector,” stelt Ausma.

Smart farming

Bij smart farming draait het om het zo efficiënt mogelijk produceren van het gewas. Niet meer op perceelniveau maar gericht per vierkante centimeter te werk gaan. Loonbedrijf Lucas Stuut & Zn. v.o.f. uit Zevenhuizen (GR) ziet hier de toekomst in. “Door gebruik van GPS zie je al veel ontwikkelingen in de landbouw,” vertelt Cor Stuut, mede-eigenaar van Loonbedrijf Lucas Stuut & Zn. v.o.f..  “Precisielandbouw maakt het mogelijk om pleksgewijs gewasbescherming uit te voeren. Dit kan het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen fors verlagen.

Data verzamelen

Data-intensieve landbouw is in opkomst: “Precisielandbouw is stap één, maar de impact van big data wordt nog groter”, volgens Ausma. “De combinatie van de gemeten gegevens en toepassing van algoritmes gaat in de toekomst veel meer efficiency bieden.

De technieken voor het verzamelen van data zijn er voldoende in ontwikkeling. Met behulp van een drone en de juiste machines verzamelt Cor Stuut  in samenwerking met Loonbedrijf Thijssen veel data. “Data verzamelen van een perceel is een meerjarenplan”, vertelt Christel Thijssen. “We starten met een grondscan en kijken gericht wat de bodem nodig heeft. Wanneer het gewas gezaaid is, vliegen we met de eBee drone  met multispectrale camera over het land om de groei en stress in het gewas te meten.” Op basis van deze gegevens worden taakkaarten gemaakt die pleksgewijs bijmesten mogelijk maken.

Een coöperatieve databank

Om voorop te blijven moet Nederland het gebruik van deze big data op een coöperatieve manier inzetten. Wanneer de industrie de gecreëerde data gaat gebruiken als concurrentiemiddel, wordt de akkerbouwer er niet beter van. Hier moet nog een oplossing komen en daar zit  volgens Ausma de grootste uitdaging. “Bezit van kennis geeft Nederland een voorsprong. Daarbij vindt Rabobank het wel belangrijk dat de big data de Nederlandse landbouw gaat dienen. Het moet een coöperatief bezit worden.” Rien Stuut, mede-eigenaar van Loonbedrijf Lucas Stuut & Zn.:  “Om de data en techniek te benutten blijft wel de kennis van de landbouwer nodig om de juiste keuzes te maken.”

Verdienmodel?!

“Data verzamelen kost een kapitaal, maar het is ook veel waard,” aldus Thijssen. Bij loonbedrijven liggen er met kennis van smart farming kansen om onderscheidend te zijn. Thijssen en Stuut zien big data als een verdienmodel. Thijssen”: “Er is meer uit de grond te halen dan dat akkerbouwers en melkveehouders nu doen. Wij willen onze klanten met minimale input maximaal rendement laten behalen.” Of zoals Ausma het kort en bondig samenvat:  “Smart farming is de duurzame oplossing voor het sluiten van kringlopen en het verhogen van het financiële rendement.”

Food studies bij CAH Vilentum in Dronten

Food studies zijn hot! Steeds meer studenten kiezen voor een studie die te maken heeft met voedsel. Het interessegebied food is heel breed: van de productie van voedingsgrondstoffen, de verwerking tot voedingsmiddelen en het uiteindelijke vermarkten ervan. Benieuwd welke studies er op dit gebied zijn bij CAH Vilentum? We hebben vier interessante studies voor jou op een rijtje gezet:

European Food Business

Als je graag wilt weten waar je voedsel vandaan komt en hoe je regionale producten in de markt kunt zetten, dan is de studie European Food Business een interessante keuze. Tijdens de studie ga je aan de slag met zaken als voedselproductie en verwerking, streekproducten, logistiek en consumentengedrag. Het eerste anderhalf jaar studeer je in Nederland. Hier krijg je de basis op het gebied van bedrijfskunde en de voedingsindustrie. In het tweede semester van het tweede jaar ga je naar Frankrijk. Daar je leer alles over streekgebonden producten en het vermarkten ervan. Ook word je bijvoorbeeld uitgedaagd om een nieuw product te ontwikkelen en moet je ervoor zorgen dat jouw product aan de Europese eisen voldoet.

Bedrijfskunde & agrifoodbusiness

Ben je geïnteresseerd in economie en benieuwd hoe je een bedrijf kunt runnen, bedrijven tot verandering kunt aanzetten en hoe je het beste met personeel kunt omgaan? Dan pas je goed bij het profiel van Bedrijfskunde & agrifoodbusiness. Tijdens de studie leer je ook veel over nieuwe verdien- en businessmodellen. Een groep studenten onderzocht bijvoorbeeld voor een visverwerker een oplossing voor zijn afvalprobleem. De studenten onderzochten hoe de verwerker rendement uit graten kon halen. Je leert dus hoe je kringlopen kunt sluiten, afval kunt hergebruiken en hoe je de economie op een meer circulaire wijze kunt inrichten. Tijdens de studie heb je intensief contact met het bedrijfsleven en bouw je een netwerk op waar je na je studie veel aan hebt.

International Food Business

Ben jij internationaal gericht, geïnteresseerd in verschillende culturen en wil je graag meer weten over de voedselsector? Kies dan voor International Food Business! Tijdens deze internationale studie studeer je niet alleen in Nederland, maar ook een jaar in Canada! De studie is vanaf jaar één in het Engels. Je gaat aan de slag met onderwerpen als marketing, export en de voedselveiligheid van producten. Dit alles gericht op zowel de Europese als de Noord-Amerikaanse markt. Je krijgt bijvoorbeeld de opdracht om voor een bedrijf een nieuw product in de markt te zetten. Wat zijn de wensen van de klant en hoe kun je daar het beste op inspelen?

Tuin- en akkerbouw / Agrarisch ondernemerschap

Wist je dat Nederland een van de grootste exporteurs van agrarische producten ter wereld is? Wil jij ook op zoek naar duurzame technieken en mogelijkheden om Nederland aan de top te laten staan op het gebied van productie en internationale handel? Kies dan voor de opleiding Tuin- en akkerbouw / Agrarisch ondernemerschap! Je werkt tijdens je studie aan je teelttechnische kennis en vaardigheden, ook leer je over onder andere logistiek, marketing, kwaliteitsmanagement en advisering. Kies je voor de richting Agrarisch ondernemerschap, dan leer je bij ons niet alleen wat ondernemen inhoudt, maar ook het belang van innovatie en hoe je een professionele bedrijfsvoering realiseert op tuin- en akkerbouwgebied. Mogelijk ontwikkel jij wel een duurzame productiemethode voor bladgewassen!

Nieuw-Zeeland, hét land om te boeren

1500 hectare grond, duizenden koeien en vijf man personeel. De melkveehouderijen in Nieuw-Zeeland doen het nog steeds erg goed. Daarom besluiten steeds meer jonge boeren uit Nederland en België om voor één of twee jaar naar Nieuw-Zeeland te vertrekken met het programma New Zealand Dairy Careers. Wat houdt dit programma precies in? En wat zijn de bevindingen van kandidaat Corstiaan den Hollander (22) na zijn eerste jaar aan de andere kant van de wereld?

Corstiaan: “Boer worden is echt mijn droom. Maar het uitzicht op een eigen boerenbedrijf was in Nederland niet zo groot. Om die reden heb ik ervoor gekozen om naar Nieuw-Zeeland te gaan en me te oriënteren op de mogelijkheden om daar een eigen bedrijf te starten. In eerste instantie was mijn plan om er twee jaar te werken. Maar als ik zie hoe snel ik mijn carrière opbouw, twijfel ik of ik na twee jaar terug wil naar Nederland.”NZ Dairy Careers LOGO

Snel kapitaal opbouwen

“In Nieuw-Zeeland is bedrijfsovername veel commerciëler van aard. Een boer stopt met werken wanneer hij of zij genoeg geld heeft om met pensioen te gaan. Dit betekent dat er veel bedrijven in omloop zijn en ook ik een eigen bedrijf kan kopen. Het krijgen van eigendom binnen deze sector is hier veel makkelijker, mede door het ‘Share Milken’. Hierbij kun je jouw koeien op het bedrijf van een ander melken en deel je de melkopbrengst. Dit systeem zorgt ervoor dat je snel kapitaal op kunt bouwen.”

Ups en downs

“In het begin ben ik mezelf een paar keer tegengekomen. Ik maak lange dagen en daarnaast mis ik natuurlijk mijn familie en vrienden. Dat was in het begin lastig. Maar er staan zoveel hoogtepunten tegenover! De mensen die je ontmoet, de dingen die je leert en alles wat je meemaakt tijdens je werk. Wat ook helpt is, dat wanneer het nodig is,  je aan kan kloppen bij New Zealand Dairy Careers. Ik heb dus altijd iemand om op terug te vallen. Ik maak grote stappen in mijn carrière en ben benieuwd welke kansen er nog op mijn pad zullen komen. Op dit moment ben ik nog niet klaar om mijn droom op te geven.”

New Zealand Dairy Careers

New Zealand Dairy Careers biedt een praktisch, één of twee jaar durend melkveeprogramma. Met dit werk- en studieprogramma verdien je een goed salaris en leer je op een hele andere manier boeren. Bovendien leer je te leven in totaal andere cultuur. Alles wordt voor je geregeld: de reis, een fulltime baan, accommodatie, introductieprogramma, begeleiding en studieprogramma’s.

Het studieprogramma

In het studieprogramma krijg je les en studeer je zelf, waarbij je gebruik maakt van studiemateriaal en ondersteuning, aangeboden door een geaccrediteerde organisatie. Het studieprogramma is dusdanig opgezet om te komen tot niveau 4 of 5 volgens het ‘New Zealand Qualifications Authority Framework’.
De studie wordt zoveel mogelijk aangepast aan de kandidaat. Het is een vakgerichte training met door de industrie erkende en overzetbare studiepunten.

Werken met 500 tot 1.000 koeien

New Zealand Dairy Careers  heeft werkplekken op commerciële melkveebedrijven in de regio van Canterbury (Zuidereiland).  De boerderijen in Nieuw-Zeeland zijn grote bedrijven met gemiddeld 500 tot 1.000 koeien. Voor Corstiaan is het werken met de grote kuddes een van de mooiste ervaringen tijdens zijn verblijf: “Het is onbeschrijfelijk.” Over het vinden van een accommodatie in Nieuw-Zeeland hoeven kandidaten zich geen zorgen te maken: er zijn eigen of gedeelde woningen bij de boerderijen.

Corstiaan: “Ik ben ontzettend zelfstandig geworden. Ik heb hier een baan, een eigen huis en eigen auto. Je bent helemaal op jezelf aangewezen. Ik ben destijds in het diepe gesprongen, maar gelukkig blijven zwemmen. Daar krijg je zoveel levenservaring door! Een ervaring in het buitenland is echt onbetaalbaar.”

Meer informatie

Voor meer informatie over het New Zealand Dairy Careers programma kun je contact opnemen met het agentschap in Nederland via christine@nzdairycareers.nl. Telefonisch bereikbaar op 06-18061110.

“Ik wil mijn passie voor de agrarische sector overdragen”

De 29-jarige Marianka van de Vaart kwam al vroeg in aanraking met de agrarische sector. De passie voor veehouderij sloeg over. Ze besloot in de agrarische sector te willen werken. De studierichting Veehouderij & kennismanagement binnen de opleiding Educatie & kennismanagement groene sector bij Stoas Vilentum Hogeschool in Wageningen heeft alles wat zij zoekt in een opleiding: vakkennis en docentschap.

Met haar mbo-diploma dierverzorging op zak besloot Marianka aan het werk te gaan als dierenartsassistent. Na enkele jaren begon ze toch te denken ´Wat wil ik nou eigenlijk?’. Marianka koos voor verbreding in de sector om in de toekomst meer mogelijkheden te hebben. Ook al is Marianka een echte werker, ze zag wel in dat een opleiding volgen het beste was voor haar toekomst.

Eigen weg uitstippelen

“In de opleiding Educatie & kennismanagement groene sector kan ik mijn eigen weg uitstippelen. Ik word opgeleid om tweedegraadsdocent te worden, maar met deze kennis en technieken kan ik ook het bedrijfsleven in”, vertelt Marianka. “50% van de opleiding bestaat uit docentschap en 50% uit vakkennis. Mijn passie ligt bij de veehouderij, dat heb ik bevestigd gekregen tijdens één van mijn eerste stages. De boer vertelde zo gepassioneerd over het werk en ik heb veel kunnen leren over de kringloopwijzer.”

Werkplekleren

“Vijf dagen in de week in de schoolbanken is niets voor mij.” Tijdens het eerste jaar van de opleiding liep Marianka twee dagen in de week stage. Vanaf het tweede semester in het tweede jaar zit je twee dagen in de schoolbanken en loop je drie dagen stage (werkplekleren). Het werkplekleren vindt Marianka een belangrijk element aan deze opleiding: “Ik ben praktijkgericht, voor mij is het belangrijk dat ik leer in een werkelijke omgeving. De doorlopende stageperiodes maken het voor mij mogelijk om de theorie te begrijpen.” Marianka heeft praktijk- en theorielessen mogen geven op vmbo- en mbo-scholen.

Kleinschalig en informeel

Stoas Vilentum Hogeschool is een kleinschalige school. Dat maakt het voor Marianka prettig om hier te studeren: “Tijdens mijn eerste bezoek aan de school merkte ik al dat ik hier geen nummer ben. Docenten zijn gemakkelijk te benaderen en hebben veel vakkennis. Ik ken veel medestudenten en docenten en voel mij daardoor bij Stoas ook echt thuis.”

Docent in spe

Inmiddels zit Marianka in het derde studiejaar van de opleiding Educatie & kennismanagement groene sector. “Ik hoop volgend jaar mijn minor en afstudeeropdracht in het buitenland te mogen doen. Het liefst in de richting fokkerij en voeding voor melkvee.” Het uiteindelijke doel van Marianka is om een combinatie te maken tussen het docentschap binnen het mbo en een baan in het bedrijfsleven: “Ik wil mijn leerlingen laten zien dat boeren streven naar diergezondheid en duurzaam produceren. Ze doen niet zomaar wat. En daarnaast blijf ik ook, door in het bedrijfsleven te staan, op de hoogte van de laatste ontwikkelingen.”

Smart farming | John de Hoon

Slim boeren – slim data gebruiken – slim processen borgen

Een halve eeuw geleden bestond de veestapel van een melkveehouder uit enkele tientallen dieren. De verzorging van de dieren gebeurde bijna op individueel niveau. Dertig jaar later hield de veehouder 60 tot 80 koeien en er werd op stalniveau gemanaged. Nu zijn er veestapels van enkele honderden dieren die dankzij de techniek en beschikbare gegevens weer bijna op individueel niveau gehouden worden.

Nieuwe kansen en technieken volgen elkaar in rap tempo op!

De intrede van de melkrobot ligt al weer ver achter ons. Kwaliteit van melk en de wijze van voeren wordt gemeten. GPS, zelfrijdende trekkers en drones verdringen oude technieken. De mogelijkheden om data  te verzamelen nemen elke dag toe. De ondernemer kan informatie genereren, delen,  combineren en analyseren. Een nieuwe, andere manier van ondernemen met mooie kansen om inzicht te verwerven.

Slim boeren – Zet je gegevens om in kennis!

Big data staat voor de grote hoeveelheid gegevens die beschikbaar zijn en die in combinatie met bedrijfseigen data wellicht nieuwe inzichten in de bedrijfsvoering bieden.
Wil je nieuwe kansen creëren dan is het goed om na te denken wat je met al die data gaat doen. Zet ze om naar kennis. Welke nieuwe andere mogelijkheden lees je uit de gegevens die je verzameld hebt? Gebruik je ze om door te ontwikkelen, je bedrijfsvoering verder te optimaliseren, of om juist andere keuzes te maken? Misschien sla je wel een nieuwe weg in op jouw bedrijf. En doe je dat dan alleen of werk je samen met andere ondernemers door kennis te delen?

Bewaak je processen – Slim boeren is ook slim borgen

De techniek stelt je in staat om gegevens in te winnen en te gebruiken. Die techniek moet dan steeds goed functioneren anders zijn je gegevens niet betrouwbaar. Heb je eenmaal kennis doorontwikkeld dan is het goed om na te denken over het borgen van deze kennis. Want je bedrijfsvoering is ervan afhankelijk. Denk goed na over de mogelijke risico’s die er zijn, zoals verstoring, verlies, virussen en hacks. Wat kan je zelf doen om die risico’s te verkleinen? Denk aan onderhoud en keuringen voor de hardware, zorg voor een goede virusbescherming en alarmering. Maak back-ups en pleeg onderhoud. Kost je dat veel tijd? Laat je dan helpen door betrouwbare partners. Zorg voor zekerheid. Je bedrijfscontinuïteit is daarmee geholpen.

Wil je meer inzicht in jouw bedrijfsrisico’s? Interpolis helpt je graag!

Wij beschikken over een groot netwerk waarin we kennis en ervaringen uitwisselen. Dit doen we actief door in gesprek te gaan met ondernemers die precies weten wat er speelt in de sector.  Met onze lange geschiedenis waarin we agrarische bedrijven verzekeren, helpen wij nu ondernemers wereldwijd bij het verkrijgen van inzicht en het beperken van risico’s op hun bedrijf.

www.interpolis.nl/agro