Smart farming | John de Hoon

Slim boeren – slim data gebruiken – slim processen borgen

Een halve eeuw geleden bestond de veestapel van een melkveehouder uit enkele tientallen dieren. De verzorging van de dieren gebeurde bijna op individueel niveau. Dertig jaar later hield de veehouder 60 tot 80 koeien en er werd op stalniveau gemanaged. Nu zijn er veestapels van enkele honderden dieren die dankzij de techniek en beschikbare gegevens weer bijna op individueel niveau gehouden worden.

Nieuwe kansen en technieken volgen elkaar in rap tempo op!

De intrede van de melkrobot ligt al weer ver achter ons. Kwaliteit van melk en de wijze van voeren wordt gemeten. GPS, zelfrijdende trekkers en drones verdringen oude technieken. De mogelijkheden om data  te verzamelen nemen elke dag toe. De ondernemer kan informatie genereren, delen,  combineren en analyseren. Een nieuwe, andere manier van ondernemen met mooie kansen om inzicht te verwerven.

Slim boeren – Zet je gegevens om in kennis!

Big data staat voor de grote hoeveelheid gegevens die beschikbaar zijn en die in combinatie met bedrijfseigen data wellicht nieuwe inzichten in de bedrijfsvoering bieden.
Wil je nieuwe kansen creëren dan is het goed om na te denken wat je met al die data gaat doen. Zet ze om naar kennis. Welke nieuwe andere mogelijkheden lees je uit de gegevens die je verzameld hebt? Gebruik je ze om door te ontwikkelen, je bedrijfsvoering verder te optimaliseren, of om juist andere keuzes te maken? Misschien sla je wel een nieuwe weg in op jouw bedrijf. En doe je dat dan alleen of werk je samen met andere ondernemers door kennis te delen?

Bewaak je processen – Slim boeren is ook slim borgen

De techniek stelt je in staat om gegevens in te winnen en te gebruiken. Die techniek moet dan steeds goed functioneren anders zijn je gegevens niet betrouwbaar. Heb je eenmaal kennis doorontwikkeld dan is het goed om na te denken over het borgen van deze kennis. Want je bedrijfsvoering is ervan afhankelijk. Denk goed na over de mogelijke risico’s die er zijn, zoals verstoring, verlies, virussen en hacks. Wat kan je zelf doen om die risico’s te verkleinen? Denk aan onderhoud en keuringen voor de hardware, zorg voor een goede virusbescherming en alarmering. Maak back-ups en pleeg onderhoud. Kost je dat veel tijd? Laat je dan helpen door betrouwbare partners. Zorg voor zekerheid. Je bedrijfscontinuïteit is daarmee geholpen.

Wil je meer inzicht in jouw bedrijfsrisico’s? Interpolis helpt je graag!

Wij beschikken over een groot netwerk waarin we kennis en ervaringen uitwisselen. Dit doen we actief door in gesprek te gaan met ondernemers die precies weten wat er speelt in de sector.  Met onze lange geschiedenis waarin we agrarische bedrijven verzekeren, helpen wij nu ondernemers wereldwijd bij het verkrijgen van inzicht en het beperken van risico’s op hun bedrijf.

www.interpolis.nl/agro

NAJK partner van BO Akkerbouw: voor de akkerbouw van morgen

Sinds eind februari 2015 is de erkenning van Brancheorganisatie Akkerbouw (BO Akkerbouw) een feit. Belangrijkste taak van deze brancheorganisatie: het verbinden van de akkerbouwketens in Nederland. NAJK deelt het belang van deze taak en is partner geworden van BO Akkerbouw.

“Ketens verbinden in de akkerbouwsector, dat vinden we bij NAJK de belangrijkste toegevoegde waarde van deze organisatie”, aldus Doeko van ’t Westeinde, portefeuille akkerbouw bij NAJK. “Het opheffen van de productschappen zorgde ervoor dat er geen platform meer was waar de ketens elkaar konden treffen.  Dat vonden we een gemis. Het is daarom een goede zaak dat BO Akkerbouw deze rol van het productschap overneemt. De verbinding van de akkerbouwketens is iets dat verder gestimuleerd moet worden.”

Samen bereik je meer

BO Akkerbouw is een initiatief van ketenpartijen in de Nederlandse akkerbouw. Matthé Elema, directeur van BO Akkerbouw: “Dat is eigenlijk best bijzonder: ketenpartijen die samen een brancheorganisatie oprichten. Die oprichting is mede tot stand gekomen door het besef dat de Nederlandse akkerbouw meer bereikt met samenwerking. Naast de vooral zakelijke relaties in de ketens, werkt de Nederlandse akkerbouw ook in breder verband samen. Om doelen te bereiken die individuele ondernemers niet of minder goed kunnen bereiken. Naast sterke bedrijven en goed werkende ondernemersorganisaties voor telers, handelaren en verwerkende bedrijven was er behoefte aan een platform voor keten- en gewasoverschrijdende zaken. Daarom is BO Akkerbouw opgericht.”

Wat kunnen we verwachten van de organisatie?

“De activiteiten van de BO Akkerbouw leveren beleid en kennis op die duurzame bedrijfsontwikkeling in de Nederlandse akkerbouw mogelijk maken”, vertelt Bram Bierens, voorzitter BO Akkerbouw. “Het gaat bijvoorbeeld om oplossingen voor collectieve vraagstukken op de terreinen bodem, gewas, energie, kringlopen, management, economie en data. Deze vraagstukken zijn een  prominent bestanddeel van de inmiddels gepubliceerde onderzoeksvisie van de BO Akkerbouw.  Door dit zogenoemde pre-competitieve onderzoek gezamenlijk te financieren, kan de Nederlandse akkerbouw zijn sterke positie behouden en uitbouwen.”

BO Akkerbouw werkt hard aan het zenden van signalen richting de samenleving en de politiek en aan een positief imago van het ondernemen en werken in de Nederlandse akkerbouw. Kortom, BO Akkerbouw houdt zich bezig met alle activiteiten in het belang van de akkerbouw als geheel, waarbij de sector zelf aan het roer staat.

Exact meten is precies weten

Tekst en beeld: Colinda van Ekris

In het Zeeuwse Oostburg runt Mark Verhage (32) sinds mei 2015 zelfstandig het akkerbouwbedrijf. Op 102 hectare verbouwt hij consumptieaardappelen, granen, vlas, suikerbieten en graszaad. Als deelnemer van het project Hightech Sensing houdt Mark de groei van zijn gewassen nauwlettend in de gaten en streeft ernaar de productiewaarde per hectare te verbeteren.

Toen het voormalige akkerbouwbedrijf van familie Verhage ingebouwd zou worden, verkaste het bedrijf elders in Oostburg. “De geplande rondweg om het dorp zou ons akkerbouwbedrijf in de weg staan. Mijn vader besloot de plannen een stap voor te zijn en kocht het huidige bedrijf aan”, vertelt Mark. Deze aankoop en de verkoop van het oude bedrijf zorgden voor meer mogelijkheden. Mark: “Mijn vader startte met 40 hectare, inmiddels zijn we uitgegroeid tot een akkerbouwbedrijf met 102 hectare. We kregen de mogelijkheid tot het bijkopen van grond om ons bedrijf heen. Die kans moet je altijd grijpen.”

Overname

In 2005 stapte Mark de maatschap in: “Dat ik het bedrijf wilde opvolgen wist ik zeker, in maatschap gaan met mijn ouders was vanzelfsprekend. Tijdens deze periode volgende ik de studie Agrotechniek en management aan de Christelijke Agrarische Hogeschool in Dronten. Tijdens het oogstseizoen was dit nog wel eens heen-en-weer reizen. Na tien jaar in de maatschap stapten de ouders van Mark begin dit jaar uit het bedrijf. De verantwoordelijkheid kwam bij Mark te liggen. “De laatste jaren hadden mijn vader en ik veel overleggen maar lag de bal bij hem. Nu is dat omgedraaid. Ik regel bijna alles, maar zijn mening is wel van belang. Mijn vader heeft tenslotte meer ervaring en we zitten redelijk op één lijn.”

Eigen inzicht

Constructiewerk, een passie die van vader op zoon overgegaan is. “De aangeschafte machines voor bijvoorbeeld grondbewerking doen net niet wat voor onze kleigrond goed is. Naar eigen inzicht passen wij de machine dan aan. Wanneer we de machine die wij voor ogen hebben echt niet kunnen vinden, dan bouwen we hem zelf geheel op maat. Er staat geen machine in onze schuur waar mijn vader of ik niets aan aangepast hebben”, vertelt Mark.


Smart farming

“Voor mij betekent smart farming het verzamelen van gegevens van de groei van de plant, vervolgens deze gegevens analyseren en daarop anticiperen met bemesting of gewasbescherming op de komende groei.” Sinds 2014 doet Mark mee met het project Akkerbouw 2.0 Hightech Sensing (zie kader). “GPS-systemen op trekkers vind ik interessant. De techniek trekt me. Dit was voor mij ook de reden om met hs_logoHightech Sensing mee te doen. Deze manier van smart farming gaat weer een stap verder dan GPS.” Tot nu toe bevindt het project zich in de eerste twee fases: meten en analyseren. Tijdens de groeiperiode worden er met behulp van een vliegtuig met verschillende camera’s beelden gemaakt van het perceel. Dit perceel wordt 2 jaar lang intensief gevolgd. Deze beelden meten de groei van het gewas, biomassa, stikstofinhoud en  temperatuur. Verder worden er metingen vanuit het veld gedaan, zoals bladsap- en opbrengstmetingen.

Historie werkt door

Door dit project leert Mark veel van zijn gewassen en percelen. Op de beelden van zijn aardappelperceel zijn duidelijke lijnen te zien die minder vruchtbaar zijn. De groei blijft daar achter. “We hebben naast onze vliegtuigbeelden van het perceel een historische kaart gelegd. Wat bleek: het perceel is zo’n 80 jaar geleden opgesplitst. Door de beelden kun je zien dat veranderingen van heel lang geleden nu nog invloed kunnen hebben op de gewasgroei. Nu kan ik daarop inspelen door die delen in het perceel anders te behandelen.”

Meerjarenplan

In de akkerbouw kan met smart farming niet na één jaar de bedrijfsvoering aangepast worden. Ook binnen het project vergelijken ze meerdere jaren om een eerlijk beeld te krijgen. Ook grond- en luchtmetingen worden naast elkaar gehouden. Mark: “Een nat of droog jaar kan invloed hebben op de groei van het gewas. De groei van het komende jaar kun je niet een-op-een vergelijken, het is een meerjarenplan.” Het belangrijkste van smart farming is dat je inzicht krijgt in waar de groei in het gewas minder is, en waarom dit zo is.

De volgende stap

Op dit moment hebben we vooral data verzameld en analyseren we hoe de groei van het gewas vanuit de lucht gezien verlopen is. Tijd voor de volgende stap: “Ik wil in de toekomst tot op tien centimeter nauwkeurig bemesting toepassen. Dit begint met het aanschaffen van een nieuwe machine die dit mogelijk maakt.” Plaatsspecifiek mest- en hulpstoffen toevoegen maar wel hetzelfde product eraf halen: dat is de uitdaging voor Mark. “Als jonge ondernemer wil ik graag vooruit. Deze manier van efficiënt boeren maakt het werk wel intensiever. Een goede voorbereiding wordt steeds belangrijker. De normen worden steeds strenger en op deze manier denk ik dat het voor mij genoeg opbrengt.”

Vliegtuigje Mark Verhage

Slim boeren

Wat doet een ondernemer op zijn of haar bedrijf? Heel geleidelijk, maar ook heel snel verandert dat van uitvoerend werk naar organiseren, en van alles weten en zien naar het werken op basis van attentielijsten: smart farming. Smartphone, procescomputers en PC’s zijn onmisbaar – nog sterker – ondernemers in food en agri hebben ICT omarmd.

Toekomstmuziek binnen handbereik

Onlangs was ik nog bij een varkenshouder. De procescomputers doen daar hun werk, vooral het klimaatbeheer en het voeren van de varkens. In het managementpakket ligt alles vast wat er op het bedrijf gebeurt, zoals de dieradministratie en de planning. Attentielijsten geven aan welke dieren extra aandacht nodig hebben of welk voer besteld moet worden. De slachterijgegevens komen overzichtelijk binnen via een digitaal bericht. De facturen komen steeds meer digitaal binnen, betalen kan makkelijk met een paar muisklikken en de gegevens gaan automatisch in de boekhouding. De volgende stap is het plannen en budgetteren te koppelen aan de financiële administratie. Verantwoording afleggen aan afnemers of overheid kan ook met een muisklik via SBR. Smart farming dus: alles overzichtelijk en overal te zien, voor zowel de ondernemer als voor adviseurs. Soms nog een beetje toekomstmuziek, maar wel binnen handbereik.

Kwaliteitseisen van afnemers

Op een hele andere manier, maar op hoofdlijn vergelijkbaar is het in de glastuinbouw, in de akkerbouw of in de melkveehouderij. Heel vaak worden ICT-toepassingen gedreven door kwaliteitseisen van afnemers (tuinbouw, akkerbouw en melkveehouderij), maar ook door leveranciers.

Concurrentiepositie Nederlandse zuivelsector

In de zuivelsector geeft de centrale database KringloopWijzer een sterke prikkel naar smart farming. Zo’n centrale database is ook een enorme stimulans voor toeleveranciers, afnemers en dienstverleners. Het vastleggen van gegevens op uniforme wijze en heel direct, zonder te veel vertraging, biedt ontzettend veel kansen voor sneller en beter ondernemen. Mijn overtuiging is dat dit initiatief de concurrentiepositie van de Nederlandse zuivelsector versterkt.

Risico’s?

Natuurlijk kleven er ook bezwaren aan smart farming, met alle gegevens in de cloud. Heel belangrijk is een veilige omgeving. Allerbelangrijkst is dat ondernemers zelf kunnen bepalen met wie ze hun gegevens delen.

Minder tijd nodig voor boekhouden

Op de achtergrond moet er heel veel georganiseerd worden en Flynth adviseurs en accountants werkt daar enthousiast aan mee. EDI-Circle voor de factuurinformatie en binnenkort ook als BSP (Billing Service Provider), een portal voor ontsluiting van alle gegevens voor ondernemers en FlynthVision voor link tussen administratie en financiële planning. Het resultaat is minder tijd nodig voor boekhouden en meer tijd beschikbaar voor begeleiding.FLYNTH_FC

Flynth Food & Agri

jan.breembroek@flynth.nl

In het hooi met… AppsforAgri

Tekst: Colinda van Ekris
Beeld: Agaath Timmerman

Even het weerbericht checken, een app sturen naar de vertegenwoordiger of je mail bijwerken. De tijd van apps is booming. De smartphone en tablet zijn niet meer weg te denken en worden, ook door boeren en tuinders, steeds vaker ingezet als hulpmiddel. AppsforAgri combineert kennis van de landbouw en veehouderij met IT en is daarmee dé app-specialist voor de agrarische sector. In het hooi met… Corné Braber, directeur en AgTech Expert van AppsforAgri.

Apps speciaal voor de agrarische sector, hoe komt u erbij?

“AppsforAgri is ontstaan vanuit mijn interesse in IT en kennis van de landbouw. Deze beide facetten combineren vind ik heel gaaf. Drie jaar geleden ben ik samen met mijn compagnon AppsforAgri gestart. Onze sectorkennis is een pre ten opzicht van andere IT-specialisten.”

Waarom een app?

“Een boer is een uiterst mobiel mens. Hij is dan op het land, dan in de stal en op kantoor. Een app maakt het voor een boer mogelijk om flexibel en mobiel te zijn. Meer dan 70% van de boeren en tuinders heeft een smartphone in zijn broekzak zitten. Zeker bij de generatie boeren onder de 40 is de smartphone niet meer weg te denken. Het is voor bedrijven in de agribusiness interessant om een app te laten ontwikkelen omdat ze dan altijd op de telefoon van de boer aanwezig zijn.”

Aan wat voor soort apps moet ik denken?

“Een app kan een gadget zijn, bijvoorbeeld een weerapp. We maken ook apps die bepaalde processen bijhouden voor bedrijven. Denk aan een bestelapp voor de boer of productcatalogus. Met dit soort apps leveren wij op een eenvoudige manier een wezenlijke bijdrage aan landbouw. We houden met het design altijd de doelgroep in acht.”

Waar zit jullie bijdrage dan in?

“Een app bevat heel veel kennis die de boer ondersteunt. Wij maken gebruik van de beschikbare data van de overheid, IT-systeem en KNMI. Ook werken we samen met kennisinstellingen zoals Wageningen Universiteit. De combinatie van goede kennis en data maken dat een app succesvol is. We hebben bijvoorbeeld een app ontwikkeld met gewasinformatie. Aan de hand van kenmerken kan de boer ontdekken welk onkruid hij in zijn gewas heeft staan en welk bestrijdingsmiddel het beste ingezet kan worden.”

Wat heeft een app te maken met smart farming?

“Met één blik op je smartphone krijgt de boer beter inzicht in het beste moment voor zijn agrarische activiteiten. De Agro Weather App van OCI Agro geeft een cijfer aan het weer, specifiek voor zijn locatie die we bepalen aan de hand van GPS,  voor verschillende agro- activiteiten zoals spuiten, kunstmeststrooien maar ook hittestress. Zo kan de ondernemer slim en efficiënt werken.”

Kost dat de boer niet veel tijd…

“Voorheen zaten we altijd om zeven uur in de morgen naar het weer te luisteren voor de komende dag. Nu bepalen we zelf wanneer we informatie nodig hebben. Apps zijn ook heel gebruiksvriendelijk. Waar we voorheen uitgebreid uitleg over software nodig hadden, kunnen we dit nu eenvoudig via onze app regelen. Daarnaast krijg je de informatie met een app nauwkeuriger en realtime. Met een smartphone heb je natuurlijk een camera, internet en rekencapaciteit aan boord. Daar zijn zoveel mogelijkheden mee, die moeten we benutten.”

Hoe denk je dat apps de komende 5 jaar gaan ontwikkelen?

“We zitten nu in de fase van het verzamelen en delen van data. In de toekomst willen we op basis van deze data analyses trekken om nog meer te ondersteunen. Hopelijk kunnen we zo vooraf signalen opvangen zodat er tijdig gereageerd kan worden. Dit kan misschien wel een MKZ-crisis voorkomen. Hoe mooi zou dat zijn!”

Het nieuwe boeren

Iedereen heeft wel een beeld bij smart farming: melkrobots, GPS-gestuurde trekkers, hakselaars met infrarood techniek, drones, sensoren… Het zijn technieken om informatie te verzamelen óf technieken om informatie op een slimme manier in te zetten om een beter rendement te halen. Smart farming dus!

Tekst: Wolter Neutel
Illustratie: Henk van Ruitenbeek

De Nederlandse land- en tuinbouw is een sector die altijd gedreven wordt door de drang naar innovatie. In dat opzicht is de stap richting het gebruik van smart farming en big data een logisch vervolg. Toch is dit een stap die het dagelijkse werk op de boerderij of in de kas, en daarmee de landbouw, voorgoed gaat veranderen.

Big data
Al meer dan vijftig jaar is de land- en tuinbouw bezig om data te verzamelen. Ontwikkelingen in de ICT maken het mogelijk om sensoren en andere meetinstrumenten, zoals satellieten of drones, in te zetten om informatie te verzamelen waardoor de beschikbare hoeveelheid data exponentieel groeit: big data.

ICT en algoritmes
ICT-toepassingen kunnen deze big data gebruiken om aan de hand van algoritmes te berekenen welke uitwerking bepaalde factoren zullen hebben. Computers gebruiken algoritmes (wiskundige formules) om voorspellingen te doen of om beslissingen te nemen. Algoritmes worden steeds preciezer, waardoor de uitkomsten steeds betrouwbaarder worden. Hiermee kan de ICT bepaalde patronen herkennen die mensen soms niet zien. Zo worden beslissingen in de land- en tuinbouw steeds meer genomen op feitelijke basis in plaats van op ervaring en intuïtie: smart farming!

 Smart farming
Smart farming is het gebruik maken van deze ICT-toepassingen op bedrijfsniveau. Op die manier ondersteunt het boeren bij het preciezer toepassen van bepaalde technieken of ingrepen. Binnen de veehouderij kan het dan gaan om het meer individueel benaderen van een dier, in de plantaardige sectoren het specifiek toepassen van bepaalde maatregelen op akkerniveau, of zelfs nog specifieker binnen de akker of op plantniveau.

Overzicht
De datastromen die op gang komen zijn gigantisch. Hoe houd je het overzicht en hoe ga je er in de praktijk gebruik van maken? Op bedrijfsniveau zullen nog meer koppelingen gelegd moeten worden tussen verkregen data, verschillende systemen, en de groep van adviseurs rondom het bedrijf. De uitdaging is dan om de rode draad eruit te halen.

Consument en boer
Voor de relatie tussen consument en boer bieden smart farming en big data kansen en risico’s. Met nog betere mogelijkheden voor tracking & tracing (bij welke boer komt mijn groente vandaan?), of het beschikbaar stellen van gegevens, of live beelden via social media, kan de relatie tussen boer en consument worden aangehaald.
Tegelijk leert de ervaring dat de consument zich niet altijd herkent in een steeds meer geautomatiseerde landbouw, maar een verlangen toont naar meer authentieke manieren van produceren. Voor de agrarische sector ligt er dus de uitdaging om duidelijk te laten zien hoe er geproduceerd wordt en wat de voordelen zijn van smart farming voor duurzaamheid en dierenwelzijn.

Grote voordelen
Het gebruik van smart farming en big data kan boeren helpen om risico’s te verkleinen, het gebruik van grond- en hulpstoffen te verminderen en opbrengsten te maximaliseren. Zo wordt er gewerkt aan duurzaamheid en efficiëntie.
Ook kan het gebruikt worden om sneller marktinformatie te verkrijgen, ontwikkelingen in de markt te voorspellen, of vraag en aanbod beter op elkaar af te stemmen.

Samenwerking nodig
Smart farming zal de land- en tuinbouw voorgoed veranderen. Het komt erop aan wie het beste in staat zal zijn om mee te gaan in de nieuwe ontwikkelingen. Naarmate een bedrijf groter is, zal het eerder uit kunnen om te investeren in systemen voor smart farming. Zij zijn al beter uitgerust, hebben al meer kennis in huis, en zullen ook in de toekomst hun investeringen makkelijker terug kunnen verdienen.
Kleinschaligere boeren (familiebedrijven), die de grootste groep in Europa vormen, zullen manieren moeten vinden om mee te gaan in de ontwikkelingen, bijvoorbeeld door samenwerking in een coöperatie.

Algemeen belang
Nederland heeft de meest innovatieve land- en tuinbouw ter wereld, maar gaan we dat zo houden? Idealiter zou, in het algemeen belang, gewonnen data gedeeld en gekoppeld moeten worden zodat iedereen daarvan kan profiteren. Op die manier kan de Nederlandse agrarische sector als geheel zijn sterke positie behouden. Als je elkaar inzage geeft in je data, kun je winst behalen.
In de praktijk is dit nog lastig. Sommige bedrijven hebben miljoenen geïnvesteerd in het ontwikkelen van slimme systemen en het verzamelen van data. Zij staan niet te trappelen om dit met iedereen te delen. Hiervoor zal, als de ambitie er is om meer data te gaan delen, een oplossing gevonden moeten worden. Daarvoor zijn een groot onderling vertrouwen en goede afspraken nodig. De boer moet kunnen meedelen in het verdienmodel.

Gaat de techniek de boer vervangen?
Robots die melken en voeren, robots die paprika’s plukken, trekkers die zichzelf besturen, procescomputers die automatisch het voerrantsoen aanpassen… steeds meer werkzaamheden worden de boer of tuinder uit handen genomen. Met de ontwikkeling van Smart Farming wordt ook een deel van het denken en observeren geautomatiseerd. Wordt de boer volledig vervangen door techniek? Dat zal niet het geval zijn. Er zullen altijd werkzaamheden zijn die niet opgevangen kunnen worden met automatisering. Bovendien worden door automatisering bedrijven ook groter. Verder zal de boer cruciale beslissingen nog steeds zelf moeten nemen. Bovendien zal hij gedane metingen altijd moeten corrigeren met veldproeven. Het vakmanschap van de boer zal centraal blijven staan.

 

Jonge boer proof!

In 5 minuten pitchen exposanten op de beurs tegenover de jonge boeren jury in hun eigen stand. Daarna volgt een vragenronde van de jonge boeren jury van maximaal 10 minuten. Aan de hand van de pitch en de vragenronde bepaald deze jury of de exposant klaar is voor de nieuwe generatie boeren. Hierin staat de presentatie, de stand, communicatie en houding  richting de jonge boeren centraal. Is de exposant op de beurs Jonge Boer Proof is de vraag die centraal staat. Hebben ze de capaciteiten in huis om op de beurs ook de aanstormende generatie aan te spreken in hun stand?  Zo ja, dan krijgen ze op de beurs het keurmerk: Jonge Boer Proof!

Het keurmerk ontvangt een exposant natuurlijk niet zomaar. De jury bestaat uit een groep van 3 tot 5 jonge boeren tussen de 16 en 35 jaar. Zij zijn vooraf getraind tot volwaardig jurylid. Na iedere pitch gaat de jury in beraad aan wie ze wel of geen keurmerk uitdelen. Het bevindingsrapport wordt eveneens teruggekoppeld aan de exposant, zodat zij eventueel waar nodig verbeteringen kunnen toepassen in het aanspreken van agrarische jongeren. Nog op dezelfde dag worden de keurmerken uitgereikt aan de exposanten.

Per agrarische beurs van Evenementenhal waar NAJK aan deelneemt wordt er maximaal 1 pitchdag georganiseerd. Bij voorkeur vind deze pitchdag plaats op de eerste dag van de beurs. Over het gehele beursseizoen worden de punten vergeleken van de exposanten welke het Jonge Boer Proof! keurmerk hebben ontvangen. De exposant dat het beste uit de bus komt krijgt de Jonge Boer Proof! award aan het einde van het beursseizoen.

Uw stand ook Jonge Boer Proef!?

Staat uw bedrijf op minimaal één van de agrarische vakbeurzen van Evenementenhal? Dan kunt u zich aanmelden voor Jonge Boer Proof! Een initiatief van NAJK. Uw bedrijf kan hiermee het Jonge Boer Proof! keurmerk verdienen en misschien wel dingen naar de award! NAJK zal hierover breeduit berichten in haar media. Dus stuur een email naar Colinda van Ekris: cvanekris@najk.nl en meldt u aan. Want iedere stand zou de capaciteiten moeten hebben om de aanstormende generatie boeren aan te spreken.

“Daar ben ik niet blij mee”

Extensieve melkveehouder Rona Uitentuis over de fosfaatrechten

 50 melkkoeien en 28 hectare land, het bedrijf van de familie Uitentuis in het Noord-Hollandse Middenbeemster is op het gebied van fosfaatrechten in balans. Toch moeten ook zij diep in de buidel tasten als ze in de toekomst meer koeien willen houden. “Dat is iets waar ik niet blij mee ben”, aldus Rona Uitentuis (31). Ondanks dat ze er niet blij mee is, ziet Uitentuis de fosfaatrechten als een vraagstuk waar ze liever zelf het antwoord op geeft. “We kunnen in onze sector naar elkaar blijven wijzen, maar het is beter om onze tijd te steken in het bedenken van een goede oplossing.” Samen met veehouders, bollenboeren en akkerbouwers onderzoekt de jonge melkveehouder de mogelijkheden voor samenwerking in de provincie Noord-Holland.

Tekst: Ellen van den Manacker

Tijdens haar studie politicologie kwam Rona erachter dat het ouderlijk melkveebedrijf voortzetten meer in haar straatje paste. Inmiddels zit ze in maatschap met haar ouders en broer. Naast het melken van vijftig koeien maakt de familie Uitentuis Messeklever, een kaassoort dat zijn oorsprong kent in Noord-Holland. Ook fungeert het bedrijf als dagbesteding en kunnen gasten een workshop kaasmaken volgen of kleiduivenschieten. “De koeien zijn en blijven de basis van ons bedrijf”, verzekert Rona.

“Daar ben ik niet blij mee”

Jarenlang was de vader van Rona in de veronderstelling dat hij geen opvolger had. De broer van Rona besloot vijf jaar geleden in de VOF te stappen. Rona volgde drie jaar later. “Daardoor is er beperkt grond aangekocht en geen nieuwe stal gebouwd”, vertelt de jonge ondernemer. Aankomend jaar wil de familie zich richten op het maken van plannen voor nieuwbouw. Met het neerzetten van een nieuwe stal wil Uitentuis gematigd groeien. “We hopen in de toekomst zestig koeien te melken met een melkrobot”, legt Rona uit. Ondanks dat de 28 hectare die om het bedrijf van Uitentuis ligt genoeg is om 60 koeien op te laten grazen, zal het familiebedrijf in de toekomst extra geld moeten neerleggen voor hoge grondprijzen en de aankoop van fosfaatrechten. “Daar ben ik niet blij mee”, zegt Uitentuis stellig. “Natuurlijk is het afwachten hoe de invulling van de fosfaatrechten zal zijn. Het lijkt erop dat wij als extensieve veehouder te maken krijgen met een generieke korting, afromen voor iedereen. Terwijl wij prima bezig zijn. Als extensief bedrijf zijn wij maatschappelijk gewenst. Het zou jammer zijn als jonge melkveehouders door de fosfaatrechten niet kunnen ontwikkelen”, zegt Uitentuis.

Focus op overschot

Geheel onverwachts kwamen de fosfaatrechten niet. Rona: “De overheid heeft tijdig aangegeven dat het fosfaatplafond bijna was overschreden en dat daar regels voor zouden komen. De discussie over die nieuwe regelgeving heeft lang geduurd. Het is goed dat er nu enigszins duidelijkheid is.” Uitentuis had liever gezien dat de overheid zich focuste op overschot in plaats van productie. “De overheid telt staarten en doet dit maal de gemiddelde uitstoot per koe. Ze kijken niet wat er van die uitstoot in de bodem overblijft”, zo geeft de bedrijfsopvolger aan. “Daarnaast vind ik het niet meenemen van mestverwerking in de regelgeving een gemiste kans. Mestverwerking is een goed alternatief voor de problematiek. Het bewijst dat er ook andere oplossingen zijn om hetzelfde probleem te tackelen”, aldus Uitentuis.

Hoge kosten

De melkveehouder vreest dat de fosfaatrechten een extra investering worden voor jonge boeren. “Door de bedrijfsovername zitten jonge ondernemers al diep in de schulden. Wij zitten niet te wachten op extra wetgeving die ons op nog hogere kosten jaagt”, aldus Rona. Tegelijkertijd bieden de fosfaatrechten ook de nodige uitdagingen voor jonge ondernemers. Uitentuis: “Hoe efficiënter melkveehouders te werk gaan, hoe meer ruimte ze hebben voor fosfaat.”

De KringloopWijzer

De boerderij van de familie Uitentuis heeft een fosfaatoverschot van 3 kilogram per hectare.. “We zijn zeer fosfaatefficiënt”, zegt Rona. “We proberen om aankomend jaar nog efficiënter te gaan werken. We zouden onze koeien op stal kunnen houden en ze maïs voeren, maar dat past niet bij ons.” Wel wil de familie meer aandacht besteden aan de KringloopWijzer. “De KringloopWijzer vraagt meer inzicht in de bodem. Bij melkveehouders lag de focus altijd bij de koeien, ik verwacht dat die focus de komende jaren meer richting de bodem gaat.”

Samenwerken

Rona vindt het interessant om verder te kijken dan het ouderlijk melkveebedrijf. Daarom is ze nu betrokken bij de opstart van een pilot. In een groep van melkveehouders, akkerbouwers, bollenboeren, een pluimveehouder, LTO-bestuurders en adviseurs wordt een innovatief plan bedacht voor de toekomstige fosfaatrechten. “We kunnen afwachten tot de regels zwart op wit staan, maar we kunnen als sector beter een eigen plan aandragen”, vertelt Rona. “In de pilot gaat het erom dat verschillende sectoren met elkaar gaan samenwerken, waardoor het fosfaatoverschot binnen de provincie en met elkaar wordt opgelost en de bodemvruchtbaarheid toeneemt”, zo legt Uitentuis uit. “Het is krom dat er in Noord-Holland aan de ene kant mest wordt binnengereden en aan de andere kant mest wordt weggebracht. Dat proces willen we als gebied tegen het licht houden en kijken waar we lijnen korter kunnen maken.”

Grondmarkt

Door de fosfaatrechten meent Rona dat melkveehouders hun land vasthouden. “De grondmarkt ligt op slot”, vertelt ze. “Akkerbouwers en bollenboeren willen graag in ons gebied telen, maar melkveehouders houden hun land vast. Samenwerken in de vorm van mest en wisselteelten is niet alleen een oplossing voor de fosfaatrechten, het is ook goed voor de bodemvruchtbaarheid.” In het najaar wordt de pilot aangeboden bij de gedeputeerde van provincie Noord-Holland. “De gedeputeerde heeft aangegeven hiervoor open te staan. Daarnaast hoop ik natuurlijk dat alle sectoren in de praktijk ook zo enthousiast zijn.”

Inspiratie voor toekomstig ondernemerschap

Nederlandse boeren en tuinders lopen voorop in ondernemerschap. In de afgelopen veertig jaar hebben zij door innovatie hun opbrengst weten te verveelvoudigen. Voor de toekomst ligt er een nieuw vraagstuk klaar: hoe kan de groeiende wereldbevolking gevoed worden door duurzamer gebruik van grondstoffen en land? De enige manier om dit te bewerkstelligen is de innovatieve lijn van de afgelopen jaren door te trekken. Rabobank en NAJK ondersteunen de ondernemers van de toekomst daar graag bij. Met inspirerende dialoogsessies gaan jonge ondernemers zelf bepalen hoe we dit vraagstuk concreet kunnen invullen.Rabobanklogo_RGB_JPEG

Tekst: Ellen van den Manacker
Illustratie: Henk van Ruitenbeek

Onlangs introduceerde Rabobank haar visie ‘Banking for Food’. Een visie die is opgesteld naar aanleiding van de groeiende wereldbevolking. Naar verwachting moeten in 2050 maar liefst negen miljard monden gevoed worden. Een ambitie waar de Rabobank nu al richting aan wil geven. “De zekerheid van voedselvoorziening raakt ons allen. Ondernemers in de landbouw en voedselketens moeten wereldwijd meer voedsel gaan produceren met minder land en grondstoffen”, stelt Ruud Huirne, directeur Food & Agri bij Rabobank Nederland. “De Rabobank ziet het als haar opdracht om bij te dragen aan het duurzamer voeden van de wereld. Dit doen wij door economisch succes en groei te faciliteren van onze klanten en de gemeenschappen waarin ze opereren.”

Dialoogsessie

Eén van de ‘Banking for Food’-activiteiten is het stimuleren van ondernemerschap en innovatie in de agrarische sector. Rabobank wil daar graag met NAJK-leden over sparren. Daarom kunnen lokale banken en lokale AJK’s vanaf september gezamenlijk inspirerende dialoogsessies organiseren. Tijdens een dialoogsessie, die door het onafhankelijke bureau ‘Adviseurs in Dialoog’ wordt begeleid, worden de jonge ondernemers op scherp gezet: Hoe ziet de ondernemer er in 2025 uit? En hoe ziet zijn bedrijf eruit? Wat hebben ondernemers nodig op die weg daarnaartoe? Op welke innovaties wordt ingespeeld? Biedt ondernemen in het buitenland perspectief? Zomaar vragen die gesteld kunnen worden tijdens een dialoogsessie. “Dit professionele bedrijf zorgt voor de nodige dosis inspiratie. Ze laten de aanwezigen out-of-the-box denken, maar zorgen ook dat er aan het eind van de avond concrete vervolgstappen liggen”, vertelt Huirne.

Uitwerking

“Uit de dialoogsessie volgen concrete acties die zowel lokaal als landelijk opgepakt kunnen worden”, aldus Huirne. Op basis van hun interesse kunnen aanwezigen zich aansluiten bij een vervolgactie om samen met de lokale bank verder uit te werken. “Een interessante spreker uitnodigen, in gesprek gaan met een CEO van een bedrijf of bijvoorbeeld de WUR of zelfs een reis naar het buitenland. De uitwerking moet professioneel zijn om het onderwerp naar een hoger niveau te tillen”, vertelt Huirne. Huirne: “De dialoogsessies worden van september tot april georganiseerd. In april komen we, NAJK en Rabobank, met een terugkoppeling en een gezamenlijke visie hoe jonge ondernemers de toekomst zien en hoe we daar gezamenlijk met concrete acties aan kunnen bijdragen. We hopen dat vele jonge ondernemers aan de sessies gaan deelnemen.”

Ontwikkeling

“Jonge agrariërs doen mee aan deze sessie voor hun eigen ontwikkeling en die van hun bedrijf. Daarom is het belangrijk dat als ze een vervolgactie kiezen, deze dichtbij hun motivatie en drive ligt”, legt Huirne uit. “Daarnaast hebben we gekozen voor een sessie in groepsverband. De Nederlandse landbouw is groot geworden door de inzet van studieclubs. Het werken in groepsverband is inspirerend en leerzaam.”

Een dialoogsessie bij jouw AJK?

De dialoogsessie duurt een avond, de vervolgstappen nemen meer tijd in beslag. “Het belangrijkste is dat deze dialoogsessies en de activiteiten die daaruit voortvloeien, bijdragen aan de ontwikkeling van de ondernemer, zijn of haar bedrijf, en de sector”, aldus Huirne. Wil jij met jouw AJK en de lokale bank in jouw regio een dialoogsessie organiseren? Kijk dan voor meer informatie op www.najk.nl of neem contact op met NAJK via info@najk.nl of 030-2769869.

Minimale investering, maximale opbrengst

met de producten van Triferto

Agrarische ondernemers staan voor grote uitdagingen. NAJK ging daarover in gesprek met Ronald van Hal en Cees Willems van Triferto in Doetinchem. Triferto is de internationale groothandel van hoogwaardige meststoffen. Bij Triferto bieden ze zowel enkelvoudige meststoffen als op maat gemaakte blendsamenstellingen. Via een landelijk dealernetwerk komen de producten van Triferto terecht bij boeren en telers in heel Europa.

Tekst: Kirsten Haanraads

“De bodem vormt letterlijk en figuurlijk de basis”, zegt Ronald van Hal, marketingmanager bij Triferto. “Wij zijn daar in Nederland goed van doordrongen. Veel van wat onze Nederlandse boeren en telers doen voor de bodemkwaliteit is voor collega’s in het buitenland niet zo vanzelfsprekend.” Toch vindt Van Hal dat agrarische ondernemers hun kennis en kunde nog beter kunnen benutten. “Daar is de noodzaak ook voor. De beperkingen omtrent fosfaat en stikstof brengen veel melkveehouders in een spagaat”, aldus de marketingmanager. “Triferto helpt (jonge) melkveehouders om meer melk te produceren met hetzelfde areaal.”

Bemonsteren

“Het begint bij het analyseren van de bodemkwaliteit en de drijfmest”, vertelt Cees Willems, bemestingsspecialist bij Triferto. “De overheid legt beperkingen in het gebruik van stikstof en fosfaat op. Daardoor is het noodzakelijk de bodem te conditioneren, zodat voedingsstoffen maximaal opgenomen kunnen worden door het gewas. Als bijvoorbeeld de pH-waarde van de bodem te laag is, wordt fosfaat minder goed opgenomen door het gewas . Optisch zie je dit effect in de maïs als er al 15% kwaliteitsverlies is opgetreden”, legt Willems uit. “Dit kun je vooraf voorkomen door bodemanalyses te bestuderen en op basis hiervan bijvoorbeeld te bekalken voorafgaand aan de teelt.” Kortom: kleine verbeteringen en minimale investeringen die de boer veel rendement kunnen opleveren.

Humuszuren

In 2013 bracht Triferto een verbeterde vloeibare humuszuur op de markt, genaamd HUMIC. “Met deze humuszuren wordt fosfaat in de bodem niet gebonden aan ijzer, aluminium of calcium, maar blijft het beschikbaar voor de plant”, aldus Van Hal. “Meer fosfaat voor de maïsplant betekent een betere wortelontwikkeling, een betere opname van voedingstoffen uit de bodem en daardoor dus een betere opbrengst.” Hiermee geeft Triferto antwoord op de aangescherpte fosfaatnormen, in het bijzonder voor derogatiebedrijven.

Hogere opbrengsten

Het toedienen van humuszuren in combinatie met een korrelmeststof is ook mogelijk. Hiervoor ontwikkelde Triferto de zogenaamde HUMICoat. “Hiermee zijn we in staat elke gewenste meststof van een humuszuurcoating te voorzien, een veel toegepaste techniek voor maïsmeststoffen. Met HUMICoat in ons pakket kunnen we op alle manieren humuszuren aan de bodem toedienen, via vloeibare meststoffen, via korrelmeststoffen én via drijfmest. De resultaten op onze proefvelden laten significante hogere opbrengsten zien”, zegt Van Hal.

Pragmatisch

Pragmatisch, zo laten de oplossingen van Triferto zich het best omschrijven. “Op een efficiënte en rendabele manier de teelt kunnen verbeteren, zonder extra werk, daar zetten wij op in”, zegt Van Hal. Veel jonge boeren en telers kennen de producten van Triferto wel van naam, maar weten niet dat het van deze groothandelaar afkomstig is: “Novagran blends, Novurea, HUMICoat : allemaal innovaties afkomstig uit het huis van Triferto”, aldus de marketingmanager.

Bodembewust

“Onze producten helpen ondernemers een hoger rendement uit de investering in meststoffen te halen”, zegt Willems. “Zoals drijfmest, een boer is vaak genoodzaakt om dit op het land te brengen terwijl de weersomstandigheden niet optimaal zijn. Het aanwezige ammoniumstikstof in drijfmest zet zich snel om nitraat, een stikstofvorm die gevoelig is voor uitspoeling onder invloed van regen. Door aan de drijfmest de stabilisator PIADIN toe te voegen kun je dit eenvoudig voorkomen en wordt nitraatuitspoeling gereduceerd. Dit betekent een hoger rendement stikstof uit drijfmest en geen extra werk voor de boer”, zo vertelt Willems.

Meer informatie

“Omdat wij een groothandel zijn, is veel van ons werk niet direct zichtbaar voor de boer. Tijdens demodagen, lezingen, via onze nieuwsbrief en de website proberen wij echter zo veel mogelijk boeren bewust te maken van de verbeteringen die er mogelijk zijn. Kennis uitdragen en benutten, daar draait het voor ons om”, aldus Van Hal. Kijk voor meer informatie over Triferto en zijn producten op www.triferto.eu/nl.