CDG Arable Crops | Dezelfde opbrengst, minder middelen

Waar het de vorige keer ging over ‘The food vs. feed competition’, ging het dit keer meer over de vraag: ‘hoe kunnen we de opbrengsten van gewassen continueren als we minder pesticide moeten gebruiken?’ Is dat mogelijk? En wat is daarvoor nodig? Dit was één van de discussies tijdens de akkerbouw adviesgroep voor de Europese Commissie specifiek over granen, oliehoudende zaden en eiwithoudende gewassen (CDG Arable COP).

Het is natuurlijk een complexe vraag wat al een tijd speelt, maar nu meer dan ooit van belang wordt geacht door The Farm to Fork-strategie. Deze strategie maakt deel uit van The Europeaan Green Deal dat oplossingen en mogelijkheden zoekt om Europees voedsel veilig, voedzaam en van hoge kwaliteit te blijven produceren, maar met een minimum impact op de natuur. Door de verschillende aanwezige experts van FoodDrink Europe (met o.a. Unilever, Nestlé) en COPA COGECA (met o.a. LTO) tot aan CELCAA (handelaars van grondstoffen), Europa Bio en BeeLife lijkt het dat er veel verschillen zijn, maar in het algemenen waren we het eens met de vraag aan de commissie: hoe dan?

Drie kanttekeningen die ik daarbij graag naar voren wil halen:

  • Je kunt bepaalde of alle pesticide verbieden, maar deze middelen worden nu niet voor niks gebruikt. Ik ben van mening dat geen enkele boer bestrijdingsmiddelen gebruikt, omdat ze het leuk vinden, maar uit noodzaak voor een goede kwaliteit en een goede opbrengst van een gewas. Het kost tijd om andere methodes te vinden en daarbij, wie moet dit regelen? De boer die de zaadveredelaar de opdracht geeft, producenten van landbouwmechanisatie of organisaties daar weer omheen? Minder pesticide gebruiken is mogelijk, maar dan gaan de opbrengsten in eerste instantie wel naar beneden.
  • Meer biologisch produceren is een optie, maar hoe willen we dat gaan doen? Stel we gaan meer importeren (de EU importeert grofweg 150 miljoen ton per jaar), hoe krijgen we dan dezelfde Europese standaard? En hoe ga je om met bijvoorbeeld de arbeidskosten/omstandigheden als je soja uit Brazilië haalt? Daarbij accepteer je de afhankelijkheid. We kunnen op dit moment nog niet de omslag maken dat elke boer biologisch wordt en de huidige hoeveelheid produceert.
  • Wie gaat de kosten betalen die met deze omslag verband houdt. Is de consument bereid om voor biologische producten meer te betalen? Hoe zouden we die omslag kunnen creëren zodat het direct verband houdt met het verdienmodel van de boer.

Een vertegenwoordiger van de Europese Commissie was aanwezig om The Farm to Fork-strategie te presenteren, een update te geven, feedback op te halen en toelichting te geven op de discussie. De Europese Commissie gaf aan dat ze de problemen en vragen erkennen en daarbij benadrukken ze o.a. dat niet iedereen biologisch moet worden. Er zijn meer systemen om duurzamer te boeren.

Een ander standaard onderwerp op de agenda dat voortborduurt op het voorgaande is de marktsituatie van de gewassen waarbij we terugkijken en vooruitkijken naar de situatie. Zoals iedereen het wel eens was: na een zeer droge en hete zomer van 2019 konden we wel wat water gebruiken maar de regenval deze winter was weer te extreem. De milde wintertemperaturen en overvloedige regenval hebben echter een gunstig effect gehad op de productie van wintertarwe in Europa dit seizoen. Toch is er ook hier een keerzijde. De zeer natte omstandigheden in Europa kunnen de komende aanplantingen van tarwe deze lente weer vertragen. En wat de lente niet kan zaaien, kan de zomer niet rijpen en de herfst niet oogsten. We zullen eraan moeten wennen. Want veranderingen in temperatuur en neerslag, evenals andere weersextremen, zullen de komende jaren nog veel invloed gaan hebben op de gewasopbrengsten en de productiviteit.

Zoals verwacht zijn er nog veel vragen en nog geen concrete antwoorden omtrent hoe we verder moeten met o.a. de invulling van the Farm to Fork-strategie en wat voor concrete impact dat gaat hebben op de Europese en op de Nederlandse landbouw. Door mee te geven waar wij (jonge) boeren tegen aanlopen, kan de Commissie de opmerkingen en ideeën gebruiken voor een betere implantatie en realisatie van het beleid. In de lente komt de Europese Commissie met een meer inhoudelijke invulling op deze strategie.

Het voordeel dat Nederland heeft, is dat we vooroplopen met kennis en ontwikkelingen en op dit moment aan de (meeste) eisen kan worden voldaan waar andere Europese landen nog (meer) moeite mee hebben. Echter, hoe produceren we genoeg op een duurzame manier? Hoe creëren we een eerlijke prijs? En hoe passen we nieuwe ontwikkelingen toe om de hoge doelstellingen te halen? Dit zijn reële vragen waar nog geen direct antwoord op kan worden gegeven. Het is abstract en makkelijker gezegd dan gedaan, maar persoonlijk denk ik dat door wetenschap te combineren met praktijkervaringen, we moeten komen tot een toekomstbestendige landbouw. Waarbij tijd, geld en het proces zo moeten worden ingericht dat het haalbaar en begrijpelijk is.


Een aantal NAJK leden nemen namens NAJK deel aan cdg’s, dit zijn de adviesgroepen van de Europese Commissie. Zij vertellen graag over hun ervaringen en over de onderwerpen die hier worden besproken. 

Joline Brouwers vertegenwoordigd NAJK in Brussel op het gebied van Arable Crops.

Maatregelen NAJK Coronavirus

Beste allemaal,

Naar aanleiding van de aangescherpte regels rondom het coronavirus vanuit de overheid en het RIVM geeft NAJK een advies voor de komende evenementen en bijeenkomsten van alle AJK’s. Zie onderstaand bericht:

Beste leden,

Door verspreiding van het coronavirus zouden wij als NAJK de leden van onze lokale en provinciale afdelingen willen adviseren alle activiteiten tot en met 31 maart op te schorten. Hoewel de meeste NAJK activiteiten onder de 100 deelnemers blijven (de huidige grens van de landelijke richtlijn om bijeenkomsten af te gelasten), zien wij echter dat er landelijk veel (kleine) bijeenkomsten uiteindelijk niet door gaan in verband met de vele afmeldingen. Naast dat er bij NAJK activiteiten ook veel afmeldingen ter verwachten zijn, willen wij niemands gezondheid in gevaar brengen. Om die redenen en omdat we de continuïteit van onze bedrijven voorop stellen, gaan we op dit moment wat verder dan de landelijke voorschriften en adviseren wij alle NAJK gerelateerde bijeenkomsten tot en met 31 maart voorlopig uit te stellen.

Vul jij de JOLA evaluatie ook in?

Van maandag 2 december 2019 tot en met vrijdag 7 februari 2020 was het mogelijk om een aanvraag te doen voor de Jonge Landbouwersregeling (JOLA). Een aantal jaren geleden heeft de overheid de JOLA in het leven geroepen. Met deze regeling kunnen jonge agrariërs een aanvraag indienen voor de aanschaf van modernere voorzieningen, installaties en machines. Heb jij een mening over de JOLA? Of heb je ideeën hoe de JOLA beter kan? Vul dan de evaluatie in!

Elk jaar doet NAJK een evaluatie onder alle jonge agrarisch ondernemers in Nederland over de JOLA om deze te verbeteren en aan te laten sluiten bij jullie behoeften. Vul de evaluatie van de JOLA 2019 hier in. Je kunt je evaluatie tot 1 april 2020 aan ons doorgeven.

Uitslag evaluatie 2018

NAJK en Interpolis gaan samen verder en starten een jongerenraad

Tijdens een inspirerende avond op proefstal Kalverhouderij Beekzicht in Barneveld op maandag 2 maart ondertekenden NAJK en Interpolis de hernieuwde samenwerking. “Heel waardevol om elkaar te blijven inspireren. Dat is waarom we samen verder gaan en een Interpolis- jongerenraad starten,” aldus Andre Arfman, voorzitter van NAJK. “Wij delen graag onze kennis, maar laten ons heel graag inspireren door de ideeën en visie van jonge, actieve ondernemers uit de glastuinbouw, veehouderij en open teelt,” aldus Adri Witlox van het agrarisch bureau van Interpolis.

Het bezoek aan de duurzame en innovatieve proefstal Kalverhouderij Beekzicht leverde mooie inzichten die bruikbaar zijn voor de aanwezigen uit alle sectoren. Over en weer werden beelden, ideeën en visies  uitgewisseld. Waarop baseer je je keuzes bij de ontwikkeling of transitie van je bedrijf? Wat zijn hiervan de effecten voor je bedrijf van vroegtijdige keuzes op  bijvoorbeeld bouw, teelt of  vleesras? Over en weer werd gesproken over bekende bedrijfsontwikkelingen. De deelnemers werden uitgedaagd na te denken over onderwerpen waar niet iedereen bij stilstaat, maar toch mee geconfronteerd wordt.  Hoe ga je bijvoorbeeld om met de gevolgen van het veranderende weer, brand, uitval van installaties en verandering van wetgeving? De deelnemers waren positief verrast over de dynamiek en inspiratie die ontstonden tijdens deze discussieavond.

Een mooie volgende fase in de samenwerking tussen NAJK en Interpolis
Arfman: “De wereld van ondernemers verandert snel. Bij bedrijfsovername komt meer kijken dan vakkennis en ambitie. Wij hebben, meer dan onze ouders, te maken met innovaties, duurzaamheidsvraagstukken en onze omgeving. Goed om te kijken welke partijen je daarbij betrekt én wat de gevolgen zijn van de keuzes die je maakt. Heel waardevol om met elkaar in gesprek te zijn. Dit wordt doorgezet in de Interpolis-jongerenraad.” Witlox is verheugd op deze nieuwe manier van samenwerken: “Het overnemen van een agrarisch bedrijf gaat naast financiering over ondernemerschap en het beheersbaar maken van risico’s. Wij delen graag onze kennis, maar laten ons bij de ontwikkeling van onze visie en strategie  graag inspireren door jonge ondernemers uit de glastuinbouw, veehouderij en open teelt. Dat we dat nu doen met een jongerenraad is een mooie nieuwe impuls aan onze samenwerking.”

Jongerenraad
Met de ondertekening van het contract is ook de Interpolis-jongerenraad bezegeld. De raad komt drie keer per jaar bij elkaar en is samengesteld uit jonge boeren en tuinders uit alle sectoren.

NAJK begrijpt aankomende acties

NAJK maakt als één van de dertien partijen deel uit van het Landbouw Collectief. Doel van dit collectief is om een gezamenlijke en gedragen oplossing voor de landbouwsector in de stikstofproblematiek te zoeken. Hiertoe heeft het collectief in december een plan gepresenteerd hoe Nederland uit de stikstofimpasse kan komen. Sinds die tijd onderhandelt het Landbouw Collectief met de overheid over de stikstofmaatregelen. Het resultaat van dit overleg is voor de landbouw vooralsnog teleurstellend. NAJK steunt daarom ook de acties.

Waar het plan van het Landbouw Collectief inzet op het nemen van managementmaatregelen voor de stikstofreductie, maakt de overheid vooral andere keuzes. De overheid zet voornamelijk in op een gebiedsgerichte aanpak met uitkoop van diverse bedrijven. NAJK staat voor de boeren van de toekomst en bepleit binnen het Landbouw Collectief vooral inzet op de blijvers. Bijvoorbeeld door ontwikkelingsruimte te creëren op bedrijven waar jonge boeren graag verder willen. NAJK is dan ook teleurgesteld dat uit de meest recente Kamerbrief blijkt dat de overheid maar liefst 350 miljoen euro vrij maakt voor de uitkoop van bedrijven. NAJK had liever gezien dat dit geld besteed zou worden aan het stimuleren van innovaties en aanpassing van bedrijven die wel door willen met ondernemen. Daarnaast zal het resultaat van de dure uitkoop van deze bedrijven waarschijnlijk heel klein zijn. Aanstaande donderdag, 20 februari, zullen deze vermoedens onderstreept worden met de analyseresultaten van de RIVM-cijfers door het Mesdagfonds. Met het plan van het Landbouw Collectief bereiken we meer en sneller de stikstofreductie, blijft er ruimte voor blijvers en raakt Nederland sneller uit de impasse.

Helaas maakt de overheid tot dusver andere keuzes en wachten zij ook de analyse van het Mesdagfonds niet af voor de plannen in de Tweede Kamer te behandelen. Voor FDF was dit de reden om op aanstaande woensdag 19 februari nogmaals in actie te komen. Ook Agractie heeft nieuwe acties aangekondigd. NAJK begrijpt dit volkomen en staat daar ook achter. FDF en Agractie maken net als NAJK deel uit van het landbouw Collectief, waar van ieders kracht gebruik wordt gemaakt. De kracht van FDF en Agractie is het organiseren van acties. De kracht van NAJK zit hem vooral op het in gesprek blijven met de politiek en haar beleidsbepalers. Vanuit die hoek hopen wij hen met feiten en praktijkvoorbeelden te kunnen overtuigen. Door ons op zowel regionaal als landelijk niveau in te zetten, hopen wij de politiek op andere gedachten te kunnen brengen.

Royal Reesink en NAJK bundelen hun krachten

NAJK heeft er weer een kennispartner bij! Gistermiddag zette NAJK-voorzitter Andre Arfman en Gerrit van der Scheer, CEO Royal Reesink, definitief een handtekening onder een 3-jarig partnerovereenkomst tussen Royal Reesink en NAJK. Royal Reesink kijkt er naar uit om nog intensiever in contact te komen met de jonge agrarische ondernemers. 

Alles begint met goed materiaal
NAJK sluit partnerschapsovereenkomsten met de belangrijkste spelers uit de agrarische sector. Zo worden NAJK-leden verrijkt met belangrijke kennis en volgen ze de laatste ontwikkelingen van de agrarische sector op de voet. NAJK vindt het belangrijk dat er breed scala aan partners is: “Een leverancier van de agrarische machines als Royal Reesink ontbrak nog aan dit rijtje”, aldus Andre Arfman, “landbouwmachines zijn belangrijke productiemiddelen voor een agrarisch ondernemer. Royal Reesink is één van de grootste distributeurs van Europa van landbouwmachines. We zijn trots dat we nu elkaar mogen versterken.” NAJK is de belangenvereniging voor jonge boeren en tuinders in Nederland. De vereniging vertegenwoordigt een enthousiaste en toegankelijke groep van ruim 8.000 jonge agrarische ondernemers en is, naast lokaal en provinciaal, ook actief op landelijk en Europees niveau.

De kracht van jonge ondernemers
Royal Reesink is al sinds 1786 een belangrijke leverancier van machines voor de agrarische sector. Al zo’n negen generaties lang leveren ze landbouwmachines en -systemen aan boeren en loonwerkers van over de hele wereld. Royal Reesink levert naast  A-merk machines en onderdelen voor landbouw ook  machines voor landschapsonderhoud, magazijninrichting en grond-, weg- en waterbouw. Met 35 dochterbedrijven in tien verschillende landen heeft Royal Reesink een stevige internationale marktpositie.

De 2400 medewerkers die Royal Reesink rijk is, hebben stuk voor stuk passie voor machines, kwaliteit, nuchterheid en ondernemersdrang. “De reden om als Royal Reesink partner te worden van NAJK, is omdat we geloven in de kracht van jonge ondernemers”, aldus Van der Scheer, “We denken graag met jullie mee over de oplossingen voor de toekomst.” NAJK en Royal Reesink kijken uit naar een fijne samenwerking, zowel met elkaar als met de achterban.

CDG Arable Crops – Joline Brouwer

Twee weken geleden mocht Joline Brouwer vanuit NAJK voor CEJA aanwezig zijn in Brussel bij de dialooggroep over akkerbouwgewassen. Deze dialooggroep ging specifiek over granen en eiwithoudende zaden en gewassen. Een goede bijeenkomst waarbij ze samen met iemand uit Tsjechië en Spanje de belangen van de Europese jonge landbouwers mocht vertegenwoordigen. Hieronder doet Joline haar verhaal.

Zoals jullie wellicht weten, zijn er verschillende dialooggroepen (voor o.a. melk, suiker, energie). Per groep verschilt het dan ook welke belangenorganisaties en hoeveel mensen van een bepaalde organisatie aan tafel zitten. In deze groep zijn partijen als FoodDrink Europe (met o.a. Unilever, Nestlé), COPA COGECA (met o.a. LTO), CELCAA (handelaars van grondstoffen), Europa Bio en BeeLife vertegenwoordigd met experts. Deze civiele dialooggroepen dienen als klankbord voor de Europese Commissie en gaat de Europese commissie helpen bij alle aangelegenheden betreffende het gemeenschappelijk landbouwbeleid, de plattelandsontwikkeling en de uitvoering daarvan. Het is daarom ook van belang dat de jonge landbouwers hierbij zoveel mogelijk bij betrokken zijn hun stem laten horen. De toekomst van de jonge landbouwers wordt mede bepaald door de regels en beleidsvoering in Brussel en heeft dus invloed op ons landelijk beleid. 

Dit keer was het weer een volle agenda. Zoals gewoonlijk werd er begonnen met het bespreken van de marktsituatie en de vooruitzichten hierop. Verschillende gewassen, als koolzaad, soja tarwe en maïs, werden uitvoerig besproken. Een terugkomend punt hierbij is de discussie over de verhouding van het telen voor humane voeding en diervoeding en het importeren van soja. De (blijvende) afhankelijkheid van import en de bijbehorende handelsbelangen, teeltmogelijkheden en werknemers, blijft een complex vraagstuk. Hieronder nog enkele marksituaties die zijn besproken: 

Er was minder droogte in Europa vergeleken met vorig jaar, maar het heeft wel invloed gehad op de productie (m.b.t. waterniveau). Er was een toename van het totale graanareaal in de EU (56,6 miljoen ha, 2,8% j / j). Daarnaast een herstel van tarwe en gerstproductie en daarbij een goede kwaliteit tarwe op EU-niveau. Er is een daling van de totale invoer, met name voor maïs en een herstel van de totale uitvoer, met name voor tarwe. Het totale oliezaadoppervlak ligt 7% onder het vijfjaarsgemiddelde. Aangezien het gebied daalt, wordt de EU-oliezaadproductie voor 2019/2020 geschat op slechts 29,6 miljoen ton, 11% onder het gemiddelde. Met 16,8 miljoen ton is de koolzaadproductie op het laagste niveau sinds 2006/2007. De jaarlijkse toename van de sojabonenproductie compenseert de afname van koolzaad en zonnebloemzaad slechts gedeeltelijk. Om de lage koolzaadproductie in de EU te compenseren, wordt verwacht dat de import van koolzaad in de EU in 2019/2020 recordhoogten zal bereiken.

Een ander terugkomend agendapunt is de voorbereiding op de Brexit. Ook kwamen de plannen voor Horizon Europa, een programma voor onderzoek en innovatie aan bod en werd er gekeken naar wat voor rol producten op basis van plantaardige eiwitten hierin gaan spelen. Zoals verwacht gaat het een belangrijke pijler worden mede door de steeds grotere vraag naar vegetarische producten. Het volgende punt op de agenda was de European Green deal 2013. Hierbij werd kort de visie voor een duurzamer voedselsysteem besproken. Onderdeel hiervan is de ‘Farm to Fork’-strategie met als hoofdthema’s; voedselzekerheid, gezondheid, klimaatverandering, biodiversiteit en inkomen uit landbouw. Als laatste punt op de agenda stond een spreker van de WUR die onderzoek doet rondom onkruidbestrijding. Het thema luidde dan ook als volgt; alternatieve methodes om onkruid te bestrijden als vervanger voor glyfosaat. Zoals verwacht kwam er uit de discussie naar voren dat dit product noodzakelijk blijft. Een combinatie van precisie en wieden blijft belangrijk om de eerste onkruiddruk tegen te gaan. Resistentie van de gewassen op dit middel blijft een grote zorg voor de toekomst.  

Tijdens deze bijeenkomst proberen we als CEJA ook punten aan te kaarten en uit te dragen, zoals: kwesties met betrekking tot de toegang tot land, krediet- en productierechten en versterking van onderwijs- en opleidingsfaciliteiten voor jongeren op het platteland. Persoonlijke drijfveer om bij te dragen aan deze bijeenkomst, was de moeilijkheid rondom aankoop landbouwgrond en de problematiek rondom schade door muizen, ganzen en droogte. De conclusie voor mij persoonlijk: het is goed dat CEJA aanwezig is bij deze groep en haar stem, waar mogelijk, laat horen. Het is alleen wel jammer dat er in deze groep te weinig ruimte is voor discussie. Terwijl juist deze discussies in mijn ogen zo belangrijk zijn. Desondanks blijft het goed dat de mogelijkheid er is dat de jonge boeren hierbij aan tafel zitten en vanuit de praktijk kan worden aangegeven wat er zoal speelt onder de jonge boeren. 


Joline Brouwer

Landbouw Collectief verwacht daadkracht van Minister! 

Op 20 november bood het Landbouw Collectief Minister Schouten een gedegen plan aan, waarmee per direct de stikstofimpasse kan worden doorbroken en de bouw weer kan gaan bouwen. Het Landbouw Collectief heeft na drie bijeenkomsten op ambtelijk en ministerieel niveau, gisteren een vierde overleg gehad met de Minister om knopen door te hakken. Helaas zonder resultaat. De Minister voegt niet de daad bij het woord om de stikstofimpasse te doorbreken. 

Het Landbouw Collectief heeft sinds 24 oktober snel geschakeld en gewerkt aan een breed gedragen oplossing. Zich bewust van het belang en de noodzaak om een economische recessie te voorkomen heeft het Landbouw Collectief de hand uitgestoken, ze wil onderdeel zijn van de oplossing zonder de oorzaak te zijn van het probleem. Helaas lukt het niet om tot concrete afspraken te komen met de Minister, ze laat het Landbouw Collectief in het ongewisse. 

Inmiddels zijn we bijna 7 maanden verder na de uitspraak van de Raad van State, waarbij de PAS werd afgeschoten. Sindsdien is veel tijd verloren gegaan, waarbij de sectoren maandenlang niet serieus zijn genomen. Na het debacle met het kabinetsbesluit van 4 oktober en de opvolgende provinciale beleidskaders van 8 oktober, die achteraf allemaal niet goed doordacht bleken, blijft de stikstofimpasse voortduren. 

Het Landbouw Collectief verwacht van de Minister een akkoord op haar plan. De beste garantie om daadwerkelijk tot vermindering van de stikstofuitstoot te komen, en dat al op heel korte termijn. Niet alleen goed voor natuur en economie, maar ook voor terugkeer van de rust in de samenleving.

 

Landbouw Collectief voortvarend gestart

Op dinsdagvond 5 november is in Nijkerk een uniek verbond bekrachtigd tussen alle
belangenbehartigers en de boerenprotestgroepen. Het verbond, dat gaat opereren onder de naam ‘het Landbouw Collectief’, heeft als belangrijkste doel om het Rijk en de provincies mee te helpen de stikstof impasse te doorbreken. Hiermee wordt een economische recessie en onherstelbare schade aan de landbouw voorkomen. Het Landbouw Collectief is voortvarend gestart.

Het Landbouw Collectief is unaniem van mening dat de land- en tuinbouw niet de oorzaak is van de
huidige stikstof impasse, maar wel onderdeel kan zijn van de oplossing. De overheid is vastgelopen in
Haagse en Brusselse regels, na een gerechtelijke uitspraak over de Programmatische Aanpak Stikstof.
In de zoektocht naar oplossingen dreigt een economische recessie en liggen er plannen die de
landbouw onherstelbare schade toebrengen en in een verstikkende sterfhuisconstructie plaatsen.
Daarmee wordt de gehele agri -en food keten geraakt, zonder dat er sprake is van noodzaak of een
échte crisis.

Het Landbouw Collectief vindt dat een economische recessie moet worden voorkomen. Het kan niet
zo zijn dat de landbouw op een doodlopend spoor wordt geplaatst, grondverzet, bouw -en infra stil
komen te liggen, dat bedrijven failliet gaan en werknemers in de WW komen. Een houdbare
vergunningverlening moet snel op gang komen. De land- en tuinbouw, een belangrijke pijler onder
onze welvaart en de leefbaarheid van het platteland, mag niet het kind van de rekening worden. De
partijen verenigd in het collectief hebben op 5 november oplossingsrichtingen met elkaar gedeeld,
voorwerk bij elkaar gebracht en bouwstenen voor een plan besproken. De afspraak is gemaakt dat al
het huiswerk deze week wordt verzameld. Onder leiding van de onafhankelijk voorzitter Aalt
Dijkhuizen worden de bouwstenen vervolgens geordend, geselecteerd en uitgewerkt om te komen
tot oplossingen.

Volgende week komt het Landbouw Collectief weer bijeen. De intentie is om op korte termijn de
oplossingsrichtingen gereed te hebben. Het Landbouw Collectief kijkt uit naar een constructieve
samenwerking met betrokken partijen waaronder het Rijk, de provincies en de Taskforce STIKSTOF
opgericht door VNO NCW en MKB Nederland. Met het plan in de hand zal het overleg gezocht
worden met betrokken Ministeries.

Wetgeving biologische landbouw, Brexit en Manneken Pis | CDG biologische landbouw

Auke Spijkerman: Nadat ik maandag bij het stadhuis in Assen was geweest, mocht ik woensdag weer naar de stad van Manneken Pis toe. In Brussel mocht ik namelijk weer bij de civil dialogue group van biologische landbouw zijn. Nu werd er op deze dagen ook nog druk vergaderd over de Brexit in Brussel en is hier op het moment van schrijven nog veel onduidelijk over maar hierover straks meer.

Ik zal eerst uitleggen wat er in deze civil dialogue group(CDG) gebeurt. In een cdg mogen allemaal verschillende lobbygroepen hun zorgen, voorstellen, of verandering in beleid of teksten voorleggen aan de Europese commissie. In het geval van de biologische landbouw is dat de DG Sante(gezondheid en voedselveiligheid). In deze groep zitten veel verschillende lobbygroepen van organisaties ter verbetering van dierenwelzijn en milieu, CEJA (belangenorganisatie voor jonge boeren in Europa) tot verwerkers en handels organisaties.

In de biologische landbouw zijn ze druk bezig met het vernieuwen van de wetgeving. Op 1 januari 2021 moet alle nieuwe wetgeving klaar zijn. De commissie loopt momenteel achter op schema maar deze 1 januari moet gehaald worden. Omdat de biologische sector nogal om sterk omschreven wetgeving vraagt, zijn er veel kleine details die verwerkt moeten worden in de wetgeving. Hierdoor is een groot gedeelte van de vergadering vrij technisch. Voorbeelden hiervan zijn om de uitloop van kippen op max. 350 meter te houden in plaats van 150 meter die was voorgesteld.

Na dit technisch en saaiere stuk van de vergadering gaven ze een inkijkje in de biologische markt, in welke landen deze groeit en met welke producten. Bijzonder om te zien dat in Denemarken 32 % van alle eieren die verkocht worden biologisch zijn en dat de algehele markt is gegroeid van een marktaandeel van 11% in 2016 naar 13% in 2017. Het algemene beeld van deze markt was dat biologisch stabiel doorgroeit en dit vooral bij de grotere retail het geval zal zijn (supermarkten).

Hierna was een presentatie over de meldingen die worden gedaan van verdachte biologische partijen in de verschillende landen. Deze informatie hoeft niet te betekenen dat een product ook echt niet voldoet maar geeft wel een indicatie van betrouwbare en minder betrouwbare landen. Hier was ook een interessante discussie om deze data geheim te houden. Dit omdat deze data heel gemakkelijk verkeerd begrepen kan worden en daardoor volledig uit zijn verband kan worden gehaald. Hierna werd wel duidelijk aangegeven dat landen als Turkije en China onder extra aandacht staan omdat hier vaker partijen met melding vandaan komen.

De dag sloten we zoals eerder met cdg’s af met een rapport over de brexit. Hier werd aangegeven dat er eigenlijk nog niks nieuws te melden was. Wel werd duidelijk aangegeven dat er 3 scenario’s waren. Optie 1: Een deal met Brexit waardoor er een overgangstermijn zou zijn om alle wetgeving goed te regelen. Optie 2: een verlenging van de huidige status, geen deal maar ook geen brexit. Of optie 3: Een harde brexit. In het geval van de biologische markt zou dit betekenen dat ze als 3de wereld land worden behandeld en dan moet de EU alle wetgeving en certificeringsinstanties goedkeuren. Dit zou export van biologische producten voor het VK onmogelijk maken naar de EU.

Al met al heb ik weer een zeer leerzame dag gehad in Brussel waar ik interessante mensen heb leren kennen die jonge boeren in andere landen vertegenwoordigen.

 

Een aantal NAJK leden nemen namens NAJK deel aan cdg’s, dit zijn de adviesgroepen van de Europese Commissie. Zij vertellen graag over hun ervaringen en over de onderwerpen die hier worden besproken.